Advertentie
ad

De nieuwe kleren van de Stoa

In toenemende mate zoekt de westerse mens na christendom en mindfulness haar zingeving bij de oude stoïcijnen. Hans Thijssen analyseert de aantrekkingskracht van de klassieke filosofie en toont waar moderne clichés en ‘denkfouten’ het ware stoïcijnse leven in de weg staan.

Besproken boeken

Zo’n drieëntwintighonderd jaar geleden verscheen een nieuwe filosofische school op het marktplein van Athene: de Stoa, genoemd naar de zuilengalerij waar de aanhangers hof hielden. Van de stoïcijnen hebben we relatief weinig geschriften over, zeker in vergelijking met het aantal boeken dat over hen is geschreven. De stoïcijnse filosofie heeft altijd een zekere populariteit gehad in het westerse denken, maar dat verklaart niet de stapels boeken die er de laatste jaren over verschijnen. Boeken, ook nog eens, met enorme verkoopcijfers. De stoïcijnen zijn terug op het marktplein en nu talrijker dan ooit, niet in de laatste plaats door de invloed van digitale media en door CEO’s in Silicon Valley die trots verklaren dat ze er ook een zijn.

Websites zoals modernstoicism.com van Gregory Sadler, howtobeastoic.org van Massimo Pigliucci, de dailystoic.com van Ryan Holiday, en in bescheidener mate denieuwestoa.nl trekken tienduizenden volgers die met elkaar van gedachten wisselen, elkaar ontmoeten op conferenties en bij leesgroepen en door middel van stoïcijnse oefeningen grip proberen te krijgen op hun leven. Het moderne stoïcisme heeft nog lang niet de mindfulnessbeweging geëvenaard in populariteit, laat staan het christendom, maar de beweging is omvangrijk genoeg om te speculeren over haar aantrekkingskracht. Eén factor ligt in de specifieke aard van de stoïcijnse filosofie.

De oude stoïcijnen

De kerngedachte van de antieke Stoa is optimaal gelukkig worden. Dit levensdoel kunnen mensen bereiken wanneer ze goed functioneren, wanneer ze hun natuurlijke aanleg ten volle kunnen ontplooien, zoals de ‘voortreffelijkheid van hun karakter’. Voortreffelijkheid van karakter komt tot uitdrukking in gedrag. Moreel goed is die persoon die in elke situatie de juiste respons geeft, omdat haar oordelen volstrekt rationeel en consistent zijn. Volgens de Stoa ligt het in onze natuur besloten om zo’n persoon te zijn. Vandaar haar aansporing om de natuur te volgen. Je natuur, dat wil zeggen je rationaliteit, is onderdeel van de Natuur, die zich volgens een rationeel plan ontvouwt (inclusief rampen en ongewenste gebeurtenissen).

Helaas volgen we onze natuur niet vanzelf. Volgens de stoïcijnen is ons karakter vanaf onze jeugd vervormd geraakt door de maatschappij, onze opvoeding en onze persoonlijke geschiedenis. We zijn zieke dwazen geworden die menen dat rijkdom, gezondheid, aanzien en macht belangrijk zijn voor ons levensgeluk, terwijl ze niet meer waarde hebben dan het aantal haren op je hoofd. Vooral negatieve emoties spelen ons parten. In de stoïcijnse psychologie zijn emoties onjuiste waardeoordelen. Zaken die neutraal zijn, worden beoordeeld als ‘goed’ of ‘slecht’. Bij iemand die bijvoorbeeld is gefixeerd op geld of status, hangt elke emotie (lees: denkfout) samen met de waarde die die persoon toekent aan dat object.

Het moge duidelijk zijn dat het stoïcijnse ideaal van een goed functionerend mens voor slechts weinigen is weggelegd. Socrates is het klassieke voorbeeld dat we voor ogen moeten houden in ons eigen geploeter. De Stoa predikte niet gevoelloosheid, zoals het cliché wil, maar verlossing van denkfouten die ons geluk in de weg staan. Ze had een sterk therapeutisch karakter met vele concrete toepassingen in het dagelijks leven.

De moderne stoïcijnen

De moderne stoïcijnen hebben zich vooral gestort op de mentale technieken, de geestelijke oefeningen die de antieke Stoa aanwendde om te leven volgens de natuur. De favoriete bronnen zijn de ‘Romeinse’ stoïcijnen Seneca, Epictetus en Marcus Aurelius, respectievelijk een steenrijke zakenman en politicus, een vrijgelaten slaaf en een keizer. Hun teksten vormen het materiaal waarmee de moderne stoïcijnen, in verschillende gradaties van verfijning, ‘aan de slag’ gaan.

De stoïcijnse filosofie heeft altijd een zekere populariteit gehad in het westerse denken, maar dat verklaart niet de stapels boeken die er de laatste jaren over verschijnen.

Veruit het beste boek is Lessons in Stoicism. Dat is niet verwonderlijk, want auteur John Sellars is een gerespecteerd specialist op het gebied van de antieke filosofie met verschillende academische studies over de Stoa op zijn naam. Hij blijft bij de authentieke bronnen en heeft oog voor het complexe filosofische systeem van de Stoa, waarin kosmologie, theologie, logica, psychologie en ethiek met elkaar zijn verweven. Hij is ook de enige die de aandacht vestigt op het sociale karakter van de antieke stoïcijnse filosofie: mensen zijn sociale wezens die beseffen dat ze behoren tot de menselijke gemeenschap en zich bewust zijn van de effecten van negatieve emoties op hun omgeving. Het accent van Lessons, de titel zegt het al, ligt bewust op levenslessen, op wat we kunnen leren van de Stoa zodat we om kunnen gaan met negatieve emoties, tegenslagen en de dood.

Sellars’ boek is een uitzondering binnen het genre. Andere auteurs die zichzelf presenteren als moderne stoïcijnen hebben het opvallend vaak over ‘strategieën’ om te leven en de ‘gereedschapskist’ die de Stoa daartoe aanreikt. Materiaal van antieke stoïcijnen wordt gepresenteerd in samenhang met inzichten uit de hedendaagse psychologie. Helemaal verwonderlijk is dat laatste niet. De al genoemde therapeutische inslag van de Stoa zelf nodigt daartoe uit. Bovendien is de Stoa bron van inspiratie geweest van Albert Ellis en Aaron Beck. Zij waren de grondleggers van respectievelijk de rationeel-emotieve gedragstherapie (REBT) en de cognitieve gedragstherapie (CBT) in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw.

William Irvine is zo’n auteur die het stoïcijns materiaal naar eigen zeggen een psychologische ‘update’ heeft gegeven.

William Irvine is zo’n auteur die in The Stoic Challenge het stoïcijns materiaal naar eigen zeggen een psychologische ‘update’ heeft gegeven. Aanvankelijk geschoold in de analytische filosofie, is Irvine zich vele jaren geleden gaan toeleggen op filosofie die relevant is voor het menselijk leven, gepresenteerd aan een breed publiek. Het is een verbreding van de filosofische horizon waarvoor ik veel sympathie voel: serieuze geschiedenis van de filosofie om nieuwe generaties van belangstellenden te inspireren met oude wijsheden. Tot welke resultaten leidt dat bij Irvine?

Het centrale thema van Irvines boek is op welke manier we beter om kunnen gaan met tegenslag. De grote vondst van de Stoa op dit punt is volgens Irvine de strategie van beproeving. Bij tegenslagen stel je je voor dat je op de proef wordt gesteld door de stoïcijnse godheid. Hoe reageer je? Zoek je oplossingen, of gaan de emoties met jou aan de haal? De test sluit aan bij twee psychologische technieken, namelijk negatieve visualisatie en wisseling van perspectief. Bij negatieve visualisatie stel je je bij een tegenslag voor op welke manier je leven nog slechter kon zijn. Bij perspectiefwisseling probeer je een onplezierige gebeurtenis in een ander daglicht te plaatsen. Het glas is niet alweer halfleeg, maar nog steeds halfvol.

Volgens Irvine is het de kunst om je tegenslagen niet langer te zien als onfortuinlijke gebeurtenissen, maar als kansen om jezelf te veranderen. Wat daarbij helpt is om je tolerantie voor wat als tegenslag geldt, je comfortzone, op te rekken. Ook hiervoor kunnen we putten uit een arsenaal aan stoïcijnse technieken, die Irvine ‘stoïcijnse avonturen’ noemt. We dagen onszelf niet enkel denkbeeldig uit via negatieve visualisatie, maar ook letterlijk door onszelf in situaties te brengen die we psychisch of fysiek ongemakkelijk vinden. Zelf bekent Irvine dat hij net iets te koud gekleed gaat in de wintermaanden en wekelijks roeit. Door maar vaak genoeg te oefenen buiten onze comfortzone, vinden we comfort in datgene waarvoor we eerst terugdeinsden en dat verhoogt onze veerkracht als we met tegenslagen te maken krijgen.

Het meest dwaze boek is ongetwijfeld Stillness is the Key van Ryan Holiday, dat gaat over stilte of kalmte.

Ook cognitief gedragstherapeut Donald Robertson beoogt met zijn How to Think Like a Roman Emperor om meer mensen de kans te bieden om de wijsheid van de Stoa toe te passen op ‘werkelijke uitdagingen en dagelijkse problemen van het moderne leven’. De titel is daarom enigszins misleidend, want we willen niet leren denken als een keizer, maar als een stoïcijn. Robertson presenteert de aanbevolen technieken binnen een historisch relaas over Marcus Aurelius. Welke wijsheden put hij uit diens dagboek? Naast het aanleren van een andere blik op gebeurtenissen en het uitbreiden van de comfortzone (zie ook Irvine), adviseert Robertson dat we ons moeten voorstellen dat we continu worden geobserveerd. Het klinkt onheilspellend, maar het is een beproefde techniek die leidt tot bewustwording van onze gedachten, gevoelens en gedrag. Een ander hulpmiddel is om een dagboekje bij te houden waarin we eerlijk opschrijven wat die dag goed ging en wat verbetering behoeft.

Het meest dwaze boek is ongetwijfeld Stillness is the Key van Ryan Holiday, dat gaat over stilte of kalmte. Volgens hem komt dat begrip voor in alle oude beschavingen, want ze hebben er allemaal een woordje voor: apatheia, upekkha, aslama, histavut, samatvam, euthymia, hesychia en ataraxia gooit hij op één hoop. In de handen van Holiday wordt ‘stillness’ een kracht van mysterieuze proporties. De auteur nodigt ons uit om naar de roep (ja, echt) van de stilte te luisteren, want die is de sleutel tot helder denken, het hele schaakbord overzien, de juiste doelen identificeren, tot en met fysiek uitblinken en vervuld zijn. Kortom, het is de sleutel tot beter presteren en een gelukkig leven (‘elite performance and a happy life’). Conceptueel is het onnavolgbaar.

Holidays verhaaltjes zijn onderhoudend geschreven, besprenkeld met zinvolle observaties, en tonen zijn talenten als gedachtenlezer van zijn hoofdpersonen.

Hoe kunnen we onze kalmte hervinden? Door de duizelingwekkende aaneenschakeling van citaten is moeilijk na te vertellen welke ‘levensstrategie’ (daar heb je het weer!) Holiday ons adviseert. Hij is weliswaar een zelfverklaarde moderne stoïcijn, maar in dit boek is hij promiscuer: in het voorwoord doet hij al de dreigende voorspelling dat ‘(…) we will raid every school and every era we can find.’ Stoïcijnen spelen een ondergeschikte rol.

Stillness is the Key is opgebouwd rondom verhalen over bekende personen die in een of andere situatie de kracht van de kalmte hebben aangewend (of juist niet). Zo passeren onder anderen John F. Kennedy, Jezus, Martin Luther King, Tiger Woods, Anne Frank, Leonardo da Vinci en Marcus Aurelius de revue. Het boek is ingedeeld in stilte in het hoofd, het hart en het vlees: ‘mind’, ‘soul’ (maar soms ook weer ‘spirit’ bij Holiday) en ‘body’. De verhaaltjes zijn onderhoudend geschreven, besprenkeld met zinvolle observaties, en tonen Holidays talenten als gedachtenlezer van zijn hoofdpersonen.

Ironisch is – of is het juist veelbetekenend? – dat de auteur met de poverste academische geloofsbrieven commercieel het meest succesvol is. Holiday stopte rond zijn negentiende met college en had een loopbaan in marketing voordat hij zich ging profileren als een moderne stoïcijn. Zijn boeken zijn megabestsellers. Daarnaast verkoopt hij cursussen, stoïcijnse ringen, hangers, medaillons en replica’s van Marcus Aurelius en adviseert hij bekende bedrijven en personen.

Het laatste hoofdstuk van zijn boek gaat over de eeuwige stilte. Net als Sellars, Irvine, en Robertson eindigt Holiday met een bespiegeling over de dood, en ook hij grijpt terug op Seneca. De gedachte die we moeten meedragen is dat sterven onvermijdelijk is. We zouden doordrongen moeten zijn van dit gegeven en dienovereenkomstig ons leven beter gestalte geven. Verkwansel je leven niet!

Ad fontes

Uitvoeriger advies is nu ook op een handzame manier bij Seneca zelf te halen. How to Die is een selectie van diens teksten over de dood en vrees voor de dood in Engelse vertaling, met inleiding en noten door James Romm, hoogleraar aan Bard College in New York. De tweede helft van het boek bevat de originele Latijnse teksten.

Volgens Seneca worden we te zeer afgeleid door het najagen van onbelangrijke zaken zoals roem en geld, waardoor het leven zelf aan ons ontglipt. Zijn overwegingen over de dood zijn niets anders dan een oproep tot een goed leven.

Seneca heeft opmerkelijk veel geschreven over de dood, wellicht ingegeven door zijn slechte gezondheid, en de doodsoordelen van twee van de wreedste Romeinse keizers, Caligula en Nero. In 65 was het echt zover en werd hij door Nero tot zelfmoord gedwongen. Peter Paul Rubens heeft het tafereel nageschilderd. Zijn ‘snapshot’ is genomen net nadat het drinken van de gifbeker à la Socrates was mislukt. Een arts opent de aderen van Seneca, terwijl hij in een stoombad staat waarin hij uiteindelijk stikt. Het gestuntel van Seneca staat beschreven in Tacitus. De gelaatsuitdrukking van Seneca op Rubens’ schilderij is sereen, zoals het een echte stoïcijn betaamt.

Volgens Seneca beginnen we te laat met leven. We worden te zeer afgeleid door het najagen van onbelangrijke zaken zoals roem en geld, waardoor het leven zelf aan ons ontglipt. Seneca’s overwegingen over de dood zijn niets anders dan een oproep tot een goed leven. Een slecht verstaander zou kunnen denken dat Seneca ons aanspoort om de dag te plukken of onze bucketlist af te werken voordat het te laat is. Wat hij werkelijk bedoelt als stoïcijn is dat we een leven moeten leiden dat waardig is aan een rationeel wezen, wat betekent dat we moeten oefenen in de voortreffelijkheid van ons karakter. Voor Seneca is de dood niet een afschrikwekkend vooruitzicht, maar onderdeel van het leven.

Waarom nu?

De antieke Stoa was een levensvorm, een bios waar je iets aan hebt. Dat maakt het stoïcisme ook nu nog in potentie tot een aantrekkelijke filosofie voor eenieder die op zoek is naar meer richting in het leven. Ze houdt je optimistisch voor dat je weliswaar de omstandigheden niet in de hand hebt, maar wel jouw perspectief erop. Het zijn jouw denkbeelden en jouw emoties, het enige domein waarop je zelf controle hebt, zoals vooral Epictetus benadrukt. Dit idee van controle heeft een immuniserende werking. Je hebt er alles aan gedaan om de pijl recht te richten, maar of die uiteindelijk het doel zal raken, ligt buiten je macht (Cicero). Deze stoïcijnse invulling van falen en slagen, gaat in tegen wat toen en nu nog steeds cultureel gangbaar is, maar ze is wel geruststellend. Ben jij niet rijk en beroemd? Dat geeft niet, want daar draait het niet om in het leven. Heb je die baan of die partner niet gekregen? Je bent misleid over de waarde ervan!

Als moderne stoïcijn koketteer je op feestjes voortaan met je dagboekje, je meditatie en koude douches om zes uur ’s ochtends.

De gezonde relativering van het algemene levensprobleem dat de werkelijkheid nooit precies zo is als jij je die wenst, slaat echter bij het gros van de moderne stoïcijnen door naar een bedenkelijk individualisme waarin jouw problemen in jouw leven centraal komen te staan en waarin de adviezen gaan over wat jij daaraan kunt doen. Het wordt een rationalisatie om je goed te voelen over jezelf en daarin zit voor een deel natuurlijk ook de aantrekkingskracht.

Tegelijk fungeert het moderne stoïcisme als een nieuw consumptiegoed voor wie in materieel opzicht al is verzadigd. Als moderne stoïcijn koketteer je op feestjes voortaan met je dagboekje, je meditatie en koude douches om zes uur ’s ochtends. De leegte die ons laat zoeken naar ‘iets’ dat ons laat stoppen met zoeken, wordt nu gevuld met stoïcijnse filosofie. Zullen we er meer baat bij hebben dan bij eerdere pogingen om de leegte te vullen met rijkdom, macht, seks, werk of voedsel? Alles zal afhangen van de intentie. De droeve waarheid van oude wijsheid is dat elke nieuwe generatie haar opnieuw moet ontdekken en vooral, ondervinden. Enkel over het stoïcisme lezen is niet voldoende, juist omdat het een manier van leven was. Je zult haar waarde pas echt weten wanneer je in staat bent om haar te integreren in je leven. Wat houdt je tegen?