Advertentie
Banner

Kans op fraude! Mogelijk zwanger! Zwevende kiezer!

Kathalijne Buitenweg houdt zich als voormalig Europarlementariër en Tweedekamerlid al jaren bezig met digitalisering, dataverzameling en privacy. Miriam Rasch las haar nieuwe boek Datamacht en tegenkracht, een openhartig pleidooi om de kafkaëske praktijk van privacy en dataverzameling grondig te herzien.

Besproken boeken

Kathalijne Buitenweg was jarenlang politiek actief als Europarlementariër en Tweede Kamerlid voor GroenLinks, en is momenteel lid van de Raad van State. Digitalisering is een van de onderwerpen waar zij zich actief mee bezig heeft gehouden – een Vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken behoort tot haar nalatenschap. Zo ook het boek Datamacht en tegenkracht, een verzameling essays over de rol van dataverzameling en -profilering in het maatschappelijk leven, de gevaren daarvan, en mogelijke uitwegen voor politiek en burger. Onderstaande tekst is gebaseerd op de inleiding die Miriam Rasch op 29 april uitsprak ter gelegenheid van de presentatie van het boek in Spui25.

Begin dit jaar was het weer zover. Met veel poeha en ‘exclusieve content’ werd een nieuwe app gelanceerd. Ik heb het over Clubhouse, een platform om audiogesprekken te organiseren voor een publiek van toehoorders. De app is op uitnodiging only en alleen beschikbaar voor iPhone. Elon Musk en Oprah Winfrey deden mee, dus wilde al snel iedereen erbij horen.

Privacy en data kunnen nooit alleen maar als een individuele kwestie worden beschouwd.

Vast onderdeel in dit scenario zijn inmiddels ook de analyses van de nieuwe app door techcritici, waaruit blijkt dat de veiligheid van je data slecht gewaarborgd is. Het duurt even voor je de Algemene Voorwaarden hebt gelezen (of voordat de activisten dat voor ons hebben gedaan), maar uiteraard blijkt dan dat de app niet heel netjes omgaat met privacy. Wanneer je iemand een zo gewilde uitnodiging stuurt, worden direct al je contacten gekopieerd naar de Clubhouse-database. Dat is niet onverwacht, niet illegaal en zonder enorme gevolgen, dus wie maalt erom? Als je maar een uitnodiging krijgt.

De inventiviteit en de schaamteloosheid van het grootkapitaal

Clubhouse is maar een klein voorbeeld van de problematische alledaagse omgang met persoonsgegevens. Maar het brengt een belangrijk aspect van data aan het licht dat vaak onbenoemd blijft. Privacy en data kunnen nooit alleen maar als een individuele kwestie worden beschouwd, omdat mijn data altijd verbonden zijn aan die van jou en jouw privacy dus altijd afhangt van die van mij. Ik kan persoonlijk één vriend uitnodigen om met mij te kletsen op Clubhouse, maar al mijn contacten, oud en nieuw, vaag en intiem, zijn daarin betrokken. Of ik kan er nog zo autonoom voor kiezen niet mee te doen aan de hype en toch zeker weten dat Clubhouse inmiddels mijn gegevens heeft.

Kathalijne Buitenweg noemt in haar boek Datamacht en tegenkracht herhaaldelijk de dubbele waarde die privacy heeft: als individueel recht en als publiek, maatschappelijk goed. Het gaat bij privacy om de bescherming van onze persoonsgegevens en intieme levenssfeer, en om de basis voor gedeelde maatschappelijke rechten, zoals het stemrecht. Beide staan onder druk door de verzameling van en handel in data.

Data hebben net als privacy een dubbele functie. We worden getarget als individu en consument, maar ook als deel van een groep met bepaalde kenmerken, zoals nationaliteit of inkomensniveau. Data worden op hyperindividueel niveau gebruikt om ons gerichte advertenties voor te schotelen, of die nu de nieuwste gympen aan ons proberen te slijten of de nieuwste samenzweringstheorie, en om ons in te delen in categorieën die controle en sturing van hogerhand mogelijk maken. Ze zijn uit op zowel individuele beïnvloeding als maatschappelijke disciplinering.

We worden langs een meetlat gehouden. Een meetlat waarvan we vaak het bestaan niet weten, het doel niet kennen en de maat die gehanteerd wordt ook niet.

Alleen al daarom is het te simpel om te spreken over individuele of persoonlijke data die beschermd moeten worden door mij daar zelf een keuze over te laten maken. Mijn beslissing handelt immers nooit alleen maar over mijn data. Dat Clubhouse mijn gegevens vrijwel zeker in bezit heeft, komt door de keuze van anderen. Ik neem ze dat trouwens niet kwalijk, want uiteindelijk was het de beslissing van het platform zelf. We moeten af van al te makkelijk individueel vingerwijzen, zoals Buitenweg terecht ook opmerkt, en de verantwoordelijkheid daar neerleggen waar hij hoort: bij de bedrijven en overheden die misbruik maken van de technische mogelijkheden en van regels zonder werkelijke slagkracht.

Zo blikt Buitenweg openhartig terug op de cookiewet en de AVG. In principe is het mooi om de burger de vrijheid te laten om online tracking al dan niet te accepteren, schrijft ze, maar achteraf heeft zij ‘de inventiviteit en de schaamteloosheid van het grootkapitaal’ onderschat. De wet is te vriendelijk, oordeelt ze nu.

De broodnodige tegenkracht zal dan ook steviger door de politiek geleverd moeten worden. Omdat het gaat over mondiale ontwikkelingen is daarbij voor de Europese Unie een belangrijke rol weggelegd. Dat gaat van beleid op ‘kritieke grondstoffen’ die benodigd zijn voor het produceren van technologie tot een verbod op de handel in en met persoonsgegevens, de facto een verbod op gepersonaliseerde advertenties. Over radicale ideeën gesproken!

Honderden meetlatten

Er is nog een andere reden waarom onze data al direct in de basis met elkaar verstrengeld zijn: profileren en targeten werkt alleen maar als je groepen met elkaar kunt vergelijken. Data zijn niets als ze niet in verband kunnen worden gebracht met andere data. Dat is geen nieuw gegeven: de statistiek werkt al lang met gemiddelden en normaalverdelingen.

We worden langs een meetlat gehouden. Een meetlat waarvan we vaak het bestaan niet weten, het doel niet kennen en de maat die gehanteerd wordt ook niet. Bovendien zijn er tientallen, honderden meetlatten die als in een mikadospel door elkaar liggen. Zit jij toevallig op een kruispunt in die combinatie van data, dan loop je gevaar eruit te worden gepikt. Opnieuw: dat is niet alleen omdat jouw data dat aanduiden, want de data van anderen zijn ook noodzakelijk. In vergelijking met anderen licht jij op. Kans op fraude! Mogelijk zwanger! Zwevende kiezer!

Buitenweg noemt deze situatie met recht ‘kafkaësk’ – je weet niet wat er gebeurt en kunt er niets tegen beginnen. Je bent misschien nog net niet schuldig voor het tegendeel bewezen wordt, maar wel verdacht voordat je iets hebt gedaan. En de kafkaëske situatie krijgt door de verstrengeling van data nog een extra laag. Zelfs al zou het lukken om mijn eigen gegevens te achterhalen, terug te krijgen of te beschermen, dan heb ik geen idee wie er nog meer met mijn data bezig is. Mijn beste vrienden, mijn eigen familie en mijn buren zijn er misschien wel schuldig aan dat ik oplicht in de systemen.

Een positieve noot

Franz Kafka schreef zijn werk over de ondoordringbaarheid van de macht een eeuw geleden. Nog steeds kunnen we ons als burger voelen als Josef K. of de landmeter als we zoeken naar gerechtigheid of de logica van de wetgever. Het lijkt soms of er niets is veranderd.

Ik word blij van het pleidooi voor de kunsten dat door de kieren van dit boek gluurt. Die kan inhoud geven aan de ‘menselijke tegenkracht’, naast de politieke.

Dat wij al een eeuw weet hebben van ‘kafkaëske’ toestanden duidt ook op iets anders. Een positieve noot. Kafka heeft woorden gegeven aan een ervaring die diep menselijk is en die nog steeds tot ons spreekt. Dat helpt te begrijpen waarom we willen dat het anders wordt. Ik word blij van het pleidooi voor de kunsten dat door de kieren van dit boek gluurt. Die kan inhoud geven aan de ‘menselijke tegenkracht’, naast de politieke. Buitenweg haalt bijvoorbeeld de Nederlandse kunstenares Julia Janssen aan, die in 0.0146 seconds de privacyverklaringen liet bundelen van de 835 bedrijven aan wie ze met een enkele muisklik op de website van The Daily Mail toestemming had gegeven haar data te verzamelen. De absurditeit van het boekwerk kan als spiegel werken die de schaamteloosheid van datapraktijken doet inzien. Het kafkaëske zal ongetwijfeld nog wel even blijven bestaan, maar zonder verbeelding van wat er mis is en hoe het anders kan, blijven we vooral de willoos geprofileerden die data van ons maken.