De ‘Rentrée littéraire’ herfst 2022
Afgelopen winter begon de Nederlandse Boekengids een nieuwe traditie: het leveren van een beredeneerd overzicht van de ‘rentrées littéraires’. Redacteuren Marjolein Corjanus en Manet van Montfrans gidsen u nu langs de 490 Franse romans van dit najaar en lichten er enkele tientallen voor u uit.
Besproken boeken
-
Jean-Yves Jouannais Félicien Marbœuf (1852-1924). Correspondance avec Marcel Proust (Gallimard 2022), 224 blz.
Na een voorjaar waarin de Franse presidentsverkiezingen maar vooral de oorlog in Oekraïne de lezers uit de boekwinkel weghielden, moeten de zeven bekendste najaarsprijzen – Goncourt, Renaudot, Femina, Médicis, Académie française, Interallié, Décembre – weer voor leven in de brouwerij zorgen. Weliswaar zijn al enkele auteurs aan het begin van het seizoen van verdrinking in het boeken-stuwmeer gered door met dat doel recent ingestelde prijzen (Prix Transfuge, Prix littéraire Le Monde, Prix Méduse), maar de bekendste bekroningen vinden toch plaats tussen eind oktober en half november. De nominaties en twee à drie selectierondes maken dat ongeveer een vijfde van de 490 romans zich althans enige tijd in de belangstelling mag verheugen. Veelvoorkomende onderwerpen zijn, naar het zich laat raden, klimaatcrisis, feminisme, maatschappijkritiek, (de)kolonisatie, en (inter)generationele verhoudingen. Opvallend is weer het grote aantal vrouwelijke schrijfsters en het aandeel van autofictie en biofictie. De non-fictieschrijvers sluiten zich in de keuze van hun onderwerpen aan bij de romanciers of zoomen in op de actualiteit met publicaties over de geschiedenis van Rusland, Oekraïne en China.
Zojuist is bekend geworden dat de Prix Goncourt na vijftien stemrondes is gegaan naar Brigitte Giraud voor haar roman ‘Vivre vite‘ (ze versloeg nipt Da Empoli met ‘Le Mage du Kremlin‘ een zeer actueel boek (nauwelijks verholen fictie) over het hedendaagse Rusland onder Poetin). De Prix Renaudot gaat naar Simon Liberati met ‘Performance’, een barokke muziekroman, gesitueerd in de sixties met veel aandacht voor de Rolling Stones. Claudie Hunziger maakt nog steeds kans op de Prix Femina, Pascale Robert-Diard staat nog steeds op de shortlist voor de Prix Interallié en Monica Sabolo maakt nog steeds kans op de Prix Médicis. Een heerlijk prijzenfestival dus. Hors concours zijn natuurlijk de twee twintigste-eeuwse reuzen, Proust en Céline.
Twee grote twintigste-eeuwse schrijvers, 1. Proust
- Marcel Proust, De l’écolier à l’écrivain. Travaux de Jeunesse (1884-1895), éd.Luc Fraisse, Classiques Garnier (classiques-garnier.com)
- Bertrand Leclair, Le train de Proust, Pauvert
- Charles Dantzig, Proust Océan, Éditions Grasset
- Pierre Birnbaum, Marcel Proust. L’Adieu au monde juif, Seuil
- Reynaldo Hahn, Journal 1890-1945, Gallimard
- Marcel Proust, La Fabrique de l’œuvre, Editions de la Bibliothèque nationale de France
Toen Proust op 18 november 1922 overleed kon hij niet bevroeden dat hem honderd jaar later, maanden lang de eer ten deel zou vallen die hij Bergotte, de schrijver in de Recherche, gaf: ‘Men begroef hem, maar de hele rouwnacht, in de verlichte etalages, waakten, drie aan drie gerangschikt, zijn boeken als engelen met gespreide vleugels en leken voor degene die niet meer was, het symbool van zijn verrijzenis’. De stroom van studies, essays en zelfs romans die onder de impuls van dit herdenkingsjaar zijn geschreven, kwam al in 2021 op gang.
Bertrand Leclair herlas de Recherche in een persoonlijk en subtiel essay met als uitgangspunt de metafoor van de trein, een van Prousts favoriete vervoermiddelen en het decor van een aantal belangrijke scènes in de Recherche. Mooi en persoonlijk is ook Proust Océan van Charles Dantzig. Dantzig nodigt zijn lezer uit om de Recherche te lezen zoals je een oceaan oversteekt, op het ritme van de trage golfslag, dobberend boven ondoorgrondelijke diepten. Heel eenvoudig, schrijft Dantzig, je moet gewoon je ademhaling aanpassen. In Marcel Proust, L’Adieu au monde juif onderzoekt Pierre Birnbaum, politiek socioloog en specialist op het gebied van de recente Joodse geschiedenis, de moeilijk te duiden houding van Proust ten aanzien van zijn Joodse afkomst. Hij heeft daartoe de immense Correspondentie gelezen in het licht van de politieke context, van de affaire-Dreyfus tot aan de Eerste Wereldoorlog.
Voor 17 november staat een bloemlezing uit de dagboeken (1890-1945) van Prousts beste vriend, Reynaldo Hahn, aangekondigd. En tot slot is er de tentoonstelling La Fabrique de l’œuvre, van 11 oktober tot 22 januari 2023 in de Bibliothèque nationale in Parijs. Bijna 370 documenten – manuscripten, schilderijen, foto’s, voorwerpen, kostuums – vertellen de wordingsgeschiedenis van een groot oeuvre. De bijbehorende catalogus is navenant.
→ En verder: Jean-Yves Jouannais, Félicien Marbœuf (1852-1924). Correspondance avec Marcel Proust, Verticales/Gallimard; Stéphane Carlier, Clara lit Proust, Gallimard.
Twee grote twintigste-eeuwse schrijvers, 2. Céline
- Louis-Ferdinand Céline, Guerre, Gallimard
- Louis-Ferdinand Céline, Londres, Gallimard
- Louis-Ferdinand Céline, La volonté du roi Krogold, Gallimard
- Jean-Pierre Thibaudat, Louis-Ferdinand Céline. Le trésor retrouvé, Editions Allia
Wie over Céline (oftewel Louis-Ferdinand Destouches) spreekt of leest, heeft altijd te maken met explosief materiaal. Hoe om te gaan met de schrijver die eerst de zeer goed ontvangen roman Voyage au bout de la nuit (1932) publiceerde, maar dit later onder andere liet volgen door het antisemitische pamflet Bagatelles pour un massacre (1937). Hoe kan men de literaire kwaliteiten van een schrijver los zien van zijn extremistische denkbeelden? Iedere heruitgave, tentoonstelling of eerbetoon geeft steeds aanleiding tot nieuwe polemieken, in Frankrijk en daarbuiten.
Drie ongepubliceerde romans worden nu uitgegeven door Gallimard: Guerre (in maart 2022 verschenen), Londres (oktober 2022) en La volonté du roi Krogold (november 2022). U leest meer over de bizarre omzwervingen van de in 1944 verdwenen manuscripten van Céline in het artikel Ik heb de oorlog opgelopen in m’n hoofd van Arnold Heumakers, in de Nederlandse Boekengids 2022#6.
→ En verder van André Gide, Correspondances, bij PUL; twee exposities over Molière, Molière en musiques, in het Palais Garnier en Molière, le jeu du vrai et du faux, in de BnF, site Richelieu.
Anne Frank revisited
Lola Lafon, Ma nuit au musée. Quand tu écouteras cette chanson, Stock
Interessante non-fictie dit jaar van de Franse schrijfster met misschien wel de mooiste naam van allemaal: Lola Lafon. Voor de serie ‘Ma nuit dans le musée’ van Uitgeverij Stock liet Lafon zich, nog tijdens de lockdown, een nacht insluiten in het Achterhuis van de familie Frank, in het Frans ‘l’Annexe’ genoemd. Lafon onderging de stilte, de leegte en de fysieke beperking van het leven in het Achterhuis. In Quand tu écouteras cette chanson verdiept ze zich in Anne als mens en ergert zich eraan hoe het meisje en haar dagboek zijn verworden tot versies die niet meer op haar lijken. Het lukte Lafon voor het eerst te schrijven over haar eigen Joodse grootouders, Poolse vluchtelingen die wisten te overleven. Quand tu écouteras cette chanson is bekroond met de Prix Décembre.
Interessante debuten
Claire Baglin, En salle, Minuit
Het debuut van Claire Baglin is helemaal geschreven in de huisstijl van uitgeverij Minuit, sober en compact. Twee verhaallijnen wisselen elkaar per paragraaf af: het verslag van het slopende werk in een fastfoodrestaurant, waar de vertelster tijdelijk werkt, en jeugdherinneringen, waarin die aan haar vader en aan zijn werk in een fabriek geleidelijk aan de boventoon gaan voeren. Het gaat er de schrijfster niet zozeer om de inmiddels goed gedocumenteerde uitbuitingspraktijken van sommige hedendaagse werkgevers in een killer-economie aan te klagen maar om twee werelden naast elkaar te zetten: de ‘klassieke’ fabriek en de hedendaagse, computergestuurde heksenketel. Baglin treedt met haar onderwerp in de voetsporen van Minuit-auteurs als Robert Linhart (L’Établi) en François Bon (L’Usine).
Clara Benador, Les petites amoureuses, Gallimard
De Zwitserse Benador verrast met dit debuut over een Joodse familiegeschiedenis die zij baseert op die van haar grootmoeder (haar eigen overgrootvader was opperrabijn in Thessaloniki). In deze Bildungsroman vlucht de Joodse Lola Leopold met haar familie naar Casablanca, stad van verbeelding, waar de jonge Lola volwassen wordt, mede dankzij haar vriendschap met Shéhérazade. Voor haar debuut won Benador de Prix Transfuge.
Maria Larrea, Les gens de Bilbao naissent où ils veulent, Grasset
De Baskisch-Spaans-Franse schrijfster Larrea schreef een verrassend, krachtig en ontroerend debuut. De vertelster, Maria, keert vanuit Parijs terug naar Bilbao om haar echte ouders en voorouders te zoeken: ‘un puzzle de sa mémoire familiale’. De roman doet het momenteel erg goed in shortlists voor de grote literaire prijzen.
→ En verder: Nadia Yala Kisukidi, La dissociation, Seuil; Laura Poggioli, Trois soeurs, Iconoclaste; Sarah Jollien-Fardel, Sa préférée, Sabine Wespieser (Prix du roman Fnac 2022); Nathan Devers , Les Liens artificiels, Albin Michel (pas 24 jaar en was nu al genomineerd voor de Renaudot en de Goncourt).
Klimaat
Claudie Hunzinger, Un chien à ma table, Grasset
Net zoals Les grands Cerfs, waarvoor zij in 2019 de Prix Décembre kreeg, gaat de nieuwe roman van Claudie Hunzinger (1940), beeldend kunstenares en schrijfster, over de ecologische ramp die zich wereldwijd aan het voltrekken is en zich in haar werk vooral manifesteert in de beschrijving van de afnemende biodiversiteit. Hunzinger vervlecht dit thema met dat van de ouderdom. De vertelster woont met haar man in een afgelegen boerderij in de Vogezen. Zij zwerft door de bossen, hij heeft de wereld al buitengesloten, slaapt overdag en leest ’s nachts. Een mishandeld hondje dat bij hen is komen aanlopen, brengt nieuwe dynamiek. Ondanks de ernst van de vraagstukken die aan de orde worden gesteld, is Un chien à ma table een optimistisch en vitaal boek, een ode aan de levensgezel en aan de natuur. Dankzij het prachtig poëtische taalgebruik bekroond met de Femina en een eminente kanshebber bij de Renaudot en Médicis.
Miguel Bonnefoy, L’inventeur, Rivages
De Frans-Venezolaanse schrijver Miguel Bonnefoy schreef een eerbetoon aan de Franse wetenschapper Augustin Mouchot (1825-1912). In de biofictionele roman L’inventeur beschrijft Bonnefoy het leven en werk van Mouchot, wiens uitvindingen volgens Bonnefoy te lang ondergewaardeerd werden. Mouchot probeerde een machine te ontwerpen die de warmte van de zon kon opvangen. De ‘concentrateur parabologique d’énergie solaire’ werd in 1878 op de Wereldtentoonstelling vertoond. De enigszins excentrieke Mouchot raakte in vergetelheid, met inbegrip van zijn revolutionaire ideeën en zijn opzienbarende spiegelmachines. In tijden van klimaatcrises is deze roman over zonne-energie een zeer actueel en lezenswaardig tijdsdocument.
Sibylle Grimbert, Le dernier des siens, Anne Ca-rrière
Nog een klimaatroman: de ervaren schrijfster Sibylle Grimbert beschrijft het fictieve leven van een zoöloog, Gustave, die begin negentiende eeuw, nog voor Darwin zijn Origin of Species publiceerde, naar IJsland vertrekt om daar de natuur te bestuderen. Na een slachting door lokale bewoners van een kolonie pinguïns, besluit Gustave de laatst overgebleven pinguïn, inmiddels Prosp genoemd, mee terug naar Frankrijk te nemen. Met Le dernier des siens schreef Grimbert niet alleen een avonturenroman over een grappig en onwaarschijnlijk duo maar ook een bespiegeling over de verhouding tussen mens en dier. Genomineerd voor de Prix Femina.
→ En verder: Valentine Goby, L’ìle haute, Actes Sud; Franck Bouysse, L’homme peuplé, Albin Michel; Sylvain Tesson, Blanc, Gallimard; Sandrine Collette, On était des loups, JC Lattès.
Familie
Emma Becker, L’inconduite, Albin Michel
De jonge, succesvolle schrijfster Emma Becker schrijft in dit sterk autobiografische werk over hoe het is om moeder te worden, hoe het haar beeld van zichzelf, haar relatie met mannen en seks, en haar blik op de buitenwereld heeft veranderd. Soms voelt ze zichzelf opgesloten, opgezadeld met het jonge kind. De grote vraag van de seksueel zeer uitgesproken Becker is hier vooral: ‘Peut-on rester femme en devenant mère?’ Vulgair en literair tegelijkertijd, met de nodige humor. En toch vooral, zoals ze zelf meldt in interviews ‘un livre d’amour’. Becker won al meerdere prijzen voor haar werk, en was nu ook weer sterk vertegenwoordigd in de shortlists van de grote prijzen.
Brigitte Giraud, Vivre vite, Flammarion
In dit autobiografische boek blikt de schrijfster terug op de gebeurtenissen rond de plotselinge dood van haar man. Ze hadden net de koopakte van een nieuw huis getekend toen hij met de motor op weg naar hun zoontje op school verongelukte. Nooit zullen ze daar met zijn drieën wonen. Tweeëntwintig jaar later, als ze dit huis weer verkoopt, is het tijd om de balans op te maken en gaat ze alle onbeantwoord gebleven vragen nog eens langs. Om te beginnen die naar de nooit verklaarde oorzaak van het ongeluk, en daarna naar alles wat ze zelf zou hebben kunnen doen (en vooral laten) om het te vermijden. Ze denkt na over de onverklaarbare dimensie van het bestaan die toeval, samenloop van omstandigheden of noodlot wordt genoemd. Over de manier waarop onze remmingen, onze beslissingen en onze keuzes ontstaan. En schetst tegen de achtergrond van het laatste decennium van de twintigste eeuw een hartverscheurend portret van haar overleden man. Bekroond met de Prix Goncourt en genomineerd voor de Femina.
Monica Sabolo, La vie clandestine, Gallimard
La vie clandestine wordt in de Franse pers wel de grootste literaire verrassing van het jaar genoemd. De roman werd in september al bekroond met de Prix Publicis maar figureert op nog veel meer literaire shortlists. Een belangrijke kanshebber dus. La vie clandestine is een dubbele zoektocht: Sabolo onderzoekt de extreem-linkse terroristische groepering Action Directe die 1979 en 1987 in Frankrijk actief was. Tegelijkertijd blijkt Sabolo’s vader, ene Yves S., een schimmige diplomaat die al vroeg uit haar leven verdween. Wat haar jeugd en identiteit bepaalde blijkt grotendeels gelijk te lopen met wat Action Directe inhield: ‘le secret, le silence et l’écho de la violence’. Genomineerd voor de Prix Médicis.
Blandine Rinkel, Vers la violence, Fayard
In haar derde roman beschrijft Blandine Rinkel (1991) de hechte band van Lou, de vertelster, met haar fantasierijke, avontuurlijke maar ook gewelddadige vader die zijn dochter vanaf haar kleutertijd uitdaagt zich in alles met hem te meten. Loyaliteit en geweld zijn de hoofdthema’s van deze op autobiografisch materiaal gebaseerde roman. Rinkel ontving begin september voor haar roman de Prix Méduse.
→ En verder: Amélie Nothomb, Le livre des soeurs, Albin Michel; Marie Nimier, Petite sœur, Gallimard; Sonia Devillers, Les exportés, Flammarion; Anne Serre, Notre si chère vieille dame auteur, Mercure de France; Gaelle Josse, La nuit des pères, Noir sur Blanc; Joachim Schnerf, Le cabaret des mémoires, Grasset; Grégoire Bouillier, Le cœur ne cède pas, Flammarion (Femina-kandidaat); Sandrine Colette, On était des loups, JC Lattès. Was genomineerd voor de Renaudot.
Maatschappij
Thierry Beinstingel, Dernier travail, Fayard
Beinstingel is werkzaam als directeur in de Franse telecommunicatie, en schreef daarnaast sinds 2000 diverse, zeer goed ontvangen romans. Beinstingels thema’s betreffen vooral het platteland en de wereld van het werken op kantoor en in de fabriek. Dernier travail concentreert zich op een golf zelfmoorden die zich vanaf de jaren negentig voordeden bij het Franse bedrijf EDF en die het wereldnieuws haalden. Bij een reorganisatie werd staatsmedewerkers, tegen ontslag beschermd door hun contract, het leven in het bedrijf meer dan zuur gemaakt. Vanwege de bedreigingen, intimidaties en uitzichtloosheid benamen minstens vijfendertig medewerkers zich het leven, hoewel het er volgens advocaten in werkelijkheid veel meer zijn. In zijn boek dat het midden houdt tussen een roman, een thriller en een sociaal pamflet, beschrijft Beinstingel de Franse (hiërarchische) bedrijfscultuur, het leven op de werkvloer en diep menselijk leed.
Olivia Rosenthal, Un singe à ma fenêtre, Verticales/Gallimard
De schrijfster verblijft in Kyoto, ver weg van Parijs dat nog gebukt gaat onder de gevolgen van het door IS opgeëiste geweld. Haar onderzoek naar de sporen die de metro-aanslag van 1975 met het zenuwgas Sarin in de kalme, geordende Japanse samenleving heeft nagelaten, en naar de motieven van de aanslagplegers, leidt onvermijdelijk tot een vergelijking tussen twee verschillende culturen. Ook ontdekt zij geleidelijk aan haar diepere beweegredenen om zich op een ander continent, met de handicap van een moeilijk te overwinnen taalbarrière, in de gevolgen van al bijna verjaard geweld te verdiepen. Het onderwerp is zwaar, de toon onnadrukkelijk en licht.
Emmanuel Carrère, V13, P.O.L.
In opdracht van het Franse tijdschrift L’Observateur volgde de veelgelezen schrijver Emmanuel Carrère het strafproces van de terroristische aanslagen van november 2015 in Parijs. Met het meerstemmige V13 schrijft Carrère geschiedenis. Bekroond met de Prix Aujourd’hui.
→ En verder: Diaty Diallo, Deux secondes d’air qui brûle, Seuil; Gilles Marchand, Le soldat désaccordé, Aux Forges de Vulcain; Tiphaine La Gall, Le principe de réalité ouzbek, La Manufacture de Livres; Yann Moix, Au pays de l’enfance immobile. Paris, Grasset; Jane Sautière, Corps flottants, Verticales/Gallimard; Pascale Robert-Diard, La Petite Menteuse, Iconoclaste. Genomineerd voor de Prix Interallié; Cloé Korman, Les Presque sœurs, Seuil. Genomineerd voor de Goncourt.
Franstalig Afrika
Alain Mabanckou, Le commerce des allongés, Seuil
Lezers van de Nederlandse Boekengids kennen Alain Mabanckou al van zijn essay Voor een ander Europa en het interview door Margot Dijkgraaf. In zijn nieuwe roman herrijst Liwa Ekimakingaï, tot voor kort keukenhulp in het Victory Palace van Ponte-Noire, uit zijn kist en maakt op de paden van het Frère-Lachaise kennis met de andere bewoners van het kerkhof. Er volgt een met vaart geschreven boek waarin de economische hoofdstad van de Congo de hoofdrol speelt. Het bruisende stadsleven geeft er een dynamisch ritme aan; de verhalen van de inwoners, de wijken en de kerkhoven volgen elkaar in een carnavaleske processie op. De opgewekte, energieke toon contrasteert met de vaak bittere inhoud: de lotgevallen van de personages zijn even zoveel verhalen over corruptie, onrecht, en cynische offerpraktijken waarin bijgeloof en hebzucht een akelig verbond aangaan.
→ En verder: Scholastique Mukasonga, Sister Deborah, Gallimard
Maghreb
Mathieu Belezi, Attaquer la terre et le soleil, Le Tripode
De Prix littéraire Le Monde 2022 ging op 7 september naar Attaquer la terre et le soleil van Mathieu Belezi. Het verhaal speelt zich halverwege de negentiende eeuw af in Algerije. Aan het woord zijn twee Fransen, een arme boerin, Séraphine, en een naamloze soldaat, die onder valse voorwendsels naar het onherbergzame land zijn gelokt. Hun lot illustreert de hel waarin gewone mensen, Fransen en Algerijnen, ten gevolge van de koloniale veroveringsdrift terecht zijn gekomen. Belezi schreef eerder al een trilogie over Algerije; hij is bij het grote publiek nog niet zo bekend maar daar zal de bekroning van deze roman wellicht verandering in brengen.
Kaouther Adimi, Au vent mauvais, Seuil
De Frans-Algerijnse schrijfster schreef al meerdere romans, ook in het Nederlands uitgebracht. Haar geschiedenis van Algerije omspant bijna een eeuw − van 1920, waarin de drie hoofdpersonen worden geboren, de Tweede Wereldoorlog, de strijd voor Algerijnse onafhankelijkheid, tot aan het begin van de burgeroorlog in 1992. Een liefdesverhaal en een prachtig portret van Algerije.
Yasmina Khadra, Les vertueux, Mialet Barrault
Ook hier de thema’s van liefde, oorlog en Algerije, maar uitgewerkt in een veel lyrischer stijl. ‘Une grande balade historique’, schrijft de Franse pers, een epos aan de hand van oorlogsheld Yacine. De Algerijnse Khadra schreef al vele romans, maar naar verluidt is dit zijn beste tot nu toe.
Haïti
Makenzy Orcel, Somme humaine, Rivages
In Somme humaine, tweede deel van een trilogie, vertelt een vrouw, na haar zelfgekozen dood, over haar dramatisch moeilijke leven. Een inktzwarte kroniek van het hedendaagse Frankrijk. Genomineerd voor de Goncourt.
Lezeressen en schrijfsters
Geneviève Brisac, A l’amie des sombres temps, Lettres à Virginia Woolf, Robert Laffont Gerenommeerd schrijfster en onderzoekster Geneviève Brisac publiceerde eerder academisch werk over Woolf maar richt zich nu tot haar in dit zeer persoonlijke brievenboek. ‘Il est temps de vous écrire’, schrijft Brisac, om bij Woolf om raad te zoeken in tijden van chaos en verdriet. En tegelijkertijd biedt Brisac nieuwe perspectieven op de persoon die Woolf zelf was.
Alice Zeniter, Toute une moitié du monde, Flammarion
Deze in Nederland ook veel gelezen en vertaalde schrijfster zette tijdens de lockdown haar eigen imaginaire venster wijd open voor een buitengewoon eerlijke en intelligente bespiegeling over de rol van vrouwelijke personages in klassieke romans, de rol van de lezer(es) en de aandacht voor vrouwelijke schrijfsters in het algemeen: zij samen vormen, nietwaar, ‘la moitié du monde’. Veel verwijzingen naar beroemde schrijvers: Stendhal, Zola, Joan Didion, Toni Morrison.
Roman noir
Yves Ravey, Taormine, Minuit
Yves Ravey, gerenommeerd Minuit-schrijver, schittert in deze rentrée met Taormine, de geschiedenis van een toeristisch uitstapje naar Sicilië door een echtpaar dat zijn huwelijk probeert te lijmen maar in een andersoortige nachtmerrie belandt. Niet alleen rijke toeristen maar ook doodarme migranten komen naar Sicilië en hun werelden zijn niet waterdicht van elkaar gescheiden. In korte zinnen en een sobere stijl speelt de schrijver een ironisch kat- en muisspel met zijn (onsympathieke?) personages en laat hen onverbiddelijk in de val lopen. De lezer houdt zijn adem in. Taormine is al bekroond met de prijs van Les libraires de Nancy, maar is van de andere shortlists verdwenen.
Onuitgegeven manuscripten
Louise Dupin, Des femmes. Discours préliminaire, Payot
Louise Dupin (1706-1799) was een voorvechtster van vrouwenrechten avant la lettre. Ze verdween in de schaduw van de grote denkers van haar tijd: Rousseau, Voltaire en Montesquieu. Dat weerhield haar er niet van om in Parijs de meest vooraanstaande ‘salons’ te houden op het gebied van literatuur en filosofie. Samen met haar secretaris, Jean-Jacques Rousseau, besluit Dupin een roman te schrijven, La défense des femmes et l’égalité entre les sexes, die in totaal tweeduizend pagina’s omvatte maar nooit werd uitgegeven. Er wordt gesuggereerd dat de ‘salonnière’ uit vrees voor onbegrip of schandaal van publicatie afzag. De pagina’s raakten verspreid door heel Europa en de VS. Literatuurwetenschapper Frédéric Marty wist een deel van het manuscript terug te vinden, dat een uitstekende inleiding vormt tot Dupins gedachtengoed.
Sophie Caratini, Les enfants des nuages, Thierry Marchaisse
Nieuwe en grondig herziene uitgave van de autobiografie Les enfants des nuages van antropologe Sophie Caratini, die als jonge studente de Sahara introk om daar ‘De kinderen van de wolken’ te vinden, zoals zij de nomaden die ze hoopte aan te treffen, noemde. Haar inmiddels historische getuigenverslag beschrijft de fascinerende cultuur van het ‘grand nomadisme chamelier’ vlak voordat dit ten onder gaat in een strijd tegen de droogte en voor onafhankelijkheid. Steekwoorden: Mauritanië, Polisario, Westelijke Sahara.
Doorgewinterde feministen
Virginie Despentes, Cher connard, Grasset
In deze brievenroman komt Virginie Despentes terug op het thema dat al haar boeken met elkaar verbindt – hoe kan er vriendschap ontstaan tussen mensen die a priori niets met elkaar gemeen hebben? Het is een serie portretten van individuen die zich er, zo goed en zo kwaad als het gaat, doorheen slaan, met hun angsten, hun neuroses, hun verslaving aan ideologische conflicten, de last van het verleden, en dan is er het moment waarop vriendschap het wint van de menselijke zwakheid. Dit alles in de directe, rauwe en vaak vulgaire stijl die Despentes ook in haar eerdere werk hanteerde. Genomineerd voor de Prix Médicis.
→ En ook nog: Catherine Millet, Commencements, Flammarion
Franse historici
Pierre Nora, Une étrange obstination, Gallimard
De nu negentigjarige historicus Nora, in het buitenland vooral bekend als bedenker van het begrip lieu de mémoire en als eindredacteur van de zevendelige studie over de Lieux de mémoire (1984-1992), schreef in Jeunesse (2021), het eerste deel van zijn eigen memoires, over zijn jeugd tijdens de oorlog in een geassimileerd joods artsengezin in Lyon, en zijn studie aan de École Normale Supérieure in Parijs. Het nu verschenen tweede deel bevat de herinneringen aan zijn academische carrière, aan zijn uitgeverswerk bij Gallimard, en aan zijn hoofdredacteurschap van het tijdschrift Débat. Onmisbaar voor kennis van het Franse intellectuele leven van de afgelopen veertig jaar.
Annette Wieviorka, Tombeaux. Autobiographie de ma Famille, Seuil
Annette Wieviorka is wereldwijd bekend van haar historische studies over de Holocaust. Na veel over derden te hebben geschreven, reconstrueert ze in Tombeaux de lotgevallen van haar eigen, uit Polen en Wit-Rusland afkomstige joodse familie. Puttend uit archieven, stambomen, directe of indirecte herinneringen, en zonder zich te laten verleiden tot romaneske uitweidingen, leent ze haar stem aan haar verdwenen familieleden en voorziet hen van het levensverhaal dat ze zelf niet hebben kunnen vertellen. Autobiographie de ma famille luidt dan ook de ogenschijnlijk paradoxale ondertitel van dit ‘gedenkboek’, yizker-buch in het Jiddish. Bekroond met de Prix Femina Essai.
En verder
- Rusland actueel: Giuliano da Empoli, Le mage du Kremlin, Gallimard (bekroond met de Grand Prix de l’Académie française, was genomineerd voor de Goncourt); Polina Panassenko, Tenir sa langue, L’Olivier, genomineerd voor de Prix Femina.
- Toekomstroman: David Bosc, Le pas de la demi-lune, Verdier.
- Bestsellers: Guillaume Musso, Angélique, Calmann Lévy.
- Muziekroman: Simon Liberati, Performances, Grasset (Bekroond met de Prix Renaudot).
- Emmanuelle Bayamack-Tam, La Treizième heure, P.O.L. (Bekroond met de Prix Medicis).
- Philibert Humm, Roman fleuve, Éditions des Équateurs (bekroond met de Prix Interallié).
- Anthony Passeron, Les Enfants endormis, Globe (bekroond met de Prix Wepler-Fondation la Poste).