Bea Vianen, of: schrijven in Suriname
Astrid H. Roemer herleest Bea Vianens Strafhok en maakt kennis met diens Sarnami, hai. Het blijkt een even bevreemdende als herkenbare ervaring. Bevreemdend vanwege de reproductie van stereotypen over de Surinaams-Hindoestaanse gemeenschap. Herkenbaar omdat het, zoals ook in haar eigen werk, er uiteindelijk om draait 'dat er in Suriname welbeschouwd geen Surinamer is die niet onophoudelijk geplaagd wordt door de gedachte het geboorteland te moeten verlaten.' Een pleidooi voor de autonomie van de tekst én de noodzakelijkheid je te verdiepen in de plaats en tijd van schrijven.