Advertentie
Banner

China: de Aardetempel en ik

‘Zoals het park voor auteur Shi Tiesheng altijd die ‘serene plek’ in zijn ‘overvolle stad’ was, zo lijken lezers uit het stormachtig veranderende China al ruim dertig jaar hun toevlucht te nemen tot zijn ingetogen essay De Aardetempel en ik.’  In de rubriek Aldaar laten literair vertalers zien hoe literatuur nieuwe, meer doorleefde perspectieven kan bieden op wat hier actualiteit heet.

Het zijn doorgaans de grote maatschappelijke romans die in China de boventoon voeren, liefst die waarin de turbulente recente geschiedenis van het land aan je voorbijtrekt. Toch zag ik najaar 2023 iets heel anders op nummer één in de Top 20 van de bekende Pekingse boekhandel Sanlian: het al uit 1991 stammende essay De Aardetempel en ik, waarin de betreurde schrijver Shi Tiesheng (1951-2010) terugblikt op de tijd dat het Pekingse Aardetempelpark zijn persoonlijke toevluchtsoord was, de plek waar hij als jonge gerolstoelde man zijn schrijversroeping vond.

l Dangdang niet alleen het best verkochte boek van 2023 was, maar zelfs een van de vierentwintig bestverkochte boeken van de afgelopen vierentwintig jaar, naast internationale eversellers als De kleine prins.

Zoals het park voor Shi Tiesheng altijd die ‘serene plek’ in zijn ‘overvolle stad’ was, zo lijken lezers uit het stormachtig veranderende China al ruim dertig jaar hun toevlucht te nemen tot dit ingetogen essay.

Nu viel mijn oog op die Top 20 omdat ik onlangs een roman van deze Shi heb vertaald, Notities van een theoreticus geheten, maar opeens realiseerde ik me ook dat het essay eigenlijk al jaren op zulke lijstjes te vinden is. Terug thuis zag ik dat de aan het essay opgehangen bundel bij de grote Chinese internetboekhandel Dangdang niet alleen het best verkochte boek van 2023 was, maar zelfs een van de vierentwintig bestverkochte boeken van de afgelopen vierentwintig jaar, naast internationale eversellers als De kleine prins. Zoals het park voor Shi Tiesheng altijd die ‘serene plek’ in zijn ‘overvolle stad’ was, zo lijken lezers uit het stormachtig veranderende China al ruim dertig jaar hun toevlucht te nemen tot dit ingetogen essay.

***

Shi raakte op zijn eenentwingste aan beide benen verlamd en zag in zijn destijds nog sterk verarmde land geen enkele toekomst meer voor zichzelf. Dagelijks rolde hij zijn rolstoel naar het eeuwenoude, verwaarloosde Aardetempelpark bij zijn huis, het enige passende decor voor zijn soms wanhopige gemoed. Ook de andere parkgangers pasten in dat decor, suggereert hij in zijn essay: het zwijgende middelbare echtpaar op zijn dagelijkse rondje, de verlegen zanger, het mooie, geestelijk gehandicapte meisje en de jongen die met hardlopen zijn eigen depressie bestreed – behulpzaam klokte Shi zijn tijden. Dat het geen gitzwart essay is geworden, voor zover dat al kan met Shi’s lichte stijl, is omdat hij uiteindelijk een zekere vrede vindt met zijn lot – vrede is het woord, een ronkende, Amerikaanse loutering is het niet.

In meerdere opzichten ademt het stuk een duidelijk Chinese gevoeligheid. Al dacht hij aanvankelijk vaak aan de dood, schrijft Shi, op een goed moment besloot hij dat hij ‘zich daar niet naartoe hoefde te haasten’, want: ‘mislopen zul je hem toch niet’. Met de montere berusting die je zo vaak in de Chinese literatuur tegenkomt, zei hij tegen zichzelf: hou gewoon nog even vol. Toch beseft hij gaandeweg dat een mens wat meer wil van het leven, en hij denkt dat dat voor hem schrijven is. Hij leeft om te schrijven, zegt hij, al stelt hij dat later in het stuk bij tot het omgekeerde: hij schrijft om te leven, door te schrijven geeft hij uiting aan zijn verlangen om te leven.

Een bescheiden verlangen is het, dat je vooral terugziet in de liefdevolle portretten van zijn mede-parkgangers. Shi ‘richt zijn blik op de mensen om hem heen’, klinkt het in veel lezersreacties, en zo heeft de Chinese lezer het ook graag: een schrijver die, net als de oude Chinese dichters al deden, via een blik op de buitenwereld indirect, niet al te nadrukkelijk, iets over zijn binnenwereld zegt. Het is wel duidelijk, vindt een lezer, dat Shi ‘in het middelbare echtpaar iets over trouw leerde zien’, ‘in de hardloper iets over volharding’ en zo verder – allemaal manieren, kortom, waarop ‘de mens met zijn lot omgaat’.

Zeker, ook Shi’s persoonlijke lot raakt een snaar bij het grote publiek, en een meer direct biografische interesse is ook de Chinese lezer niet vreemd, zie de vaak uit het stuk gelichte passages over de band met zijn moeder, de heimelijk zieke vrouw die haar gekwelde zoon wijselijk naar het park liet gaan en tot Shi’s spijt stierf voordat ze zijn schrijfdebuut kon meemaken. Maar dat uiteindelijk toch de typische vertelwijze van het stuk de aantrekkingskracht ervan bepaalt, blijkt wel uit wat scholieren ermee doen, die Shi’s essay massaal in de literatuurles voorgeschoteld krijgen. In de video-essays die ze ervan maken spelen ze toegewijd alle rollen na: de moeder, het echtpaar, de hardloper – met in hun midden een jonge gerolstoelde ‘Shi Tiesheng’.