Liefde voor een verloren land
Hoe is Rusland vervallen in fascisme? Op basis van haar eerdere verslaggeving voor de Russische krant Novaya Gazeta probeert Elena Kostyuchenko in haar provocerend getitelde boek tot een antwoord te komen. Het beeld dat ze schetst is zo gruwelijk dat collega-journalist en schrijfster Svetlana Satchkova het boek meerdere keren moest wegleggen om te vragen: maar wat bedoelen we als we zeggen dat we van Rusland houden?
Besproken boeken
-
Elena Kostyuchenko I Love Russia: Reporting from a Lost Country (vert. Ilona Chavasse & Bela Shayevich) (Vintage 2024), 384 blz.
In oktober 2023 verscheen Elena Kostyuchenko’s I Love Russia in het Engels. Ondanks de provocerende titel werd het al snel door zowel The New Yorker als The New York Times uitgeroepen tot een van de beste boeken van het jaar. Kostyuchenko werkte eerder als journalist voor Novaya Gazeta, een onafhankelijke Russische krant waarvan in de loop der jaren zeven verslaggevers werden vermoord om hun werk en waarvan de vergunning uiteindelijk werd ingetrokken door de Russische autoriteiten.
Toen Kostyuchenko in 2022 naar Oekraïne ging, kort nadat Poetins troepen waren binnengevallen, hoorde ze dat het Russische leger orders had om haar uit te schakelen. Ze vluchtte naar Duitsland, waar ze een paar maanden later ernstig ziek werd. Duitse artsen concludeerden dat ze was vergiftigd met een onbekende stof – zoals ook andere Russische journalisten met soortgelijke symptomen overkwam.
Terwijl ze herstelde begon Kostyuchenko met het schrijven van het boek, een bundel van haar artikelen in Novaya Gazeta, aangevuld met kortere autobiografische essays. Ze reflecteert op hoe ze niet doorhad wat er met haar geboorteland aan het gebeuren was en hoe het ertoe was gekomen een buurland aan te vallen.
Een verloren land
In het boek zelf gaat Kostyuchenko niet expliciet in op wat ze bedoelt als ze zegt dat ze van Rusland houdt. Ter voorbereiding op de verschijning van haar boek en de onvermijdelijke vragen die zouden volgen, lijkt ze echter een definitie te hebben ontwikkeld die voor haar werkt. ‘Voor mij is een land in de eerste plaats een groep mensen verenigd rond een gemeenschappelijke lotsbestemming, niet altijd een goede’, zegt ze in interviews. Haar verhalen richten zich vaak op mensen die de reguliere media meestal links laten liggen. Elk verhaal van haar hand getuigt van een ongelooflijk empathisch vermogen.
Kostyuchenko heeft een groter hart dan ik, want ik ben geneigd om alle mensen die mijn waarden niet delen van deze definitie uit te sluiten. En toch weet ik nog steeds niet zeker wat ik bedoel als ik zeg – tegen mezelf, want ik zeg dit nooit in het openbaar – dat ik van Rusland houd.
Als collega-journalist verliet ik het land in 2016, omdat het leven onder het regime van Poetin voor mij als schrijver en als mens onhoudbaar was geworden. Sindsdien woon ik in New York. Tijdens het lezen van Kostyuchenko’s boek merkte ik dat ik in gedachten met haar in gesprek ging. In tegenstelling tot haar lukt het mij niet duidelijk te definiëren waar ik van houd. Wat is een land? Het wordt niet alleen bepaald door zijn politieke regime of de fysieke ruimte die het inneemt. Alleen al vanwege de uitgestrektheid kan ik onmogelijk gehecht zijn aan alles binnen de Russische grenzen. Ik ben geboren in Vladivostok in het Russische Verre Oosten, opgegroeid in Moskou, en heb mijn geboorteplaats sinds mijn vroege tienerjaren niet meer gezien. Ik ben in Jekaterinenburg geweest, in Sint-Petersburg en in enkele kleinere steden buiten Moskou; dat is hoever mijn directe kennis van Rusland rijkt. Wat ik wel zeker weet, is dat het verschil tussen de hoofdstad en de rest van het land – in termen van welvaart, geweld en sociale structuren – onthutsend is, en dat is waar Kostyuchenko over schrijft.
Ze groeide in de jaren negentig op in Yaroslavl, een stad tweehonderdvijftig kilometer ten noordoosten van Moskou. In het eerste hoofdstuk van haar boek vertelt ze over de schrijnende armoede die haar familie doorstond, ook al was haar moeder gepromoveerd en werkte ze bij een ‘instituut’. Ziekenhuizen hadden geen dokters of medicijnen en criminelen maakten de straten straffeloos onveilig. Deze situatie, suggereert ze, verklaart waarom zoveel Russen de opkomst van Poetin verwelkomden, aangezien ze onder zijn bewind eindelijk begonnen te herstellen van de vernedering en armoede waarin ze na de val van de USSR waren ondergedompeld.
De rand van de samenleving
Haar eigen jeugd eindigde met de dood van haar geadopteerde broer, een jongen die opgroeide in een weeshuis en nooit breuken leerde of hoe klok te kijken. Als volwassene dronk en sliep hij met mannen voor geld.
In de schokkende reportage die volgt vertelt Kostyuchenko over de tijd die ze in 2011 doorbracht in een nooit afgebouwd, verlaten ziekenhuis in een buitenwijk van Moskou; een plek bewoond door mensen die nergens anders heen konden. Velen van hen zijn verwaarloosde kinderen die overleven door drugs te pushen en toeristen tegen contante betaling naar hun verblijfplaats te brengen. In een bijzonder aangrijpende scène beschrijft Kostyuchenko hoe ze getuige is van een politie-inval in het afbrokkelende gebouw van tien verdiepingen en hoe een van de wegvluchtende tieners in een open liftschacht zijn dood tegemoet valt. Het lezen van dit hoofdstuk was zo pijnlijk dat ik het boek meerdere keren moest wegleggen – een reactie die ik later ook bij enkele andere hoofdstukken zou hebben.
Kostyuchenko blinkt vooral uit in berichtgeving over de levens van mensen aan de rand van de samenleving, vaak ver van de grote steden. Zo richt een hoofdstuk zich op het dagelijks leven van prostituees die in trailers langs een federale snelweg leven. Een ander opvallend stuk brengt haar naar het schiereiland Tajmyr in het uiterste noorden van Siberië, het land van de Nganasanen. In de Sovjettijd werd hun nomadische bestaan verboden en werden ze onder dwang gevestigd in dorpen zonder stromend water of riolering, in door kolen verwarmde huizen. Ooit overleefden ze door vis te vangen en te verkopen, maar nu zijn de vissen verdwenen als gevolg van een illegale diesellozing door het bedrijf Nornickel en zijn ze in armoede vervallen, met niets anders te doen dan drinken. Velen sterven door alcoholmisbruik en vele anderen plegen zelfmoord. In een gerelateerd stuk reist Kostyuchenko naar Norilsk, naar het hoofdkantoor van Nornickel, om verslag te doen over de lozing. Ze documenteert hoe zowel lokale activisten als zijzelf worden gehinderd door de veiligheidsdienst van het bedrijf, de politie en agenten van de staatsinlichtingendienst, die voorkomen dat ze de toedracht aan het licht brengen.
Een gruwelijk tableau
In een ander deel van haar boek reflecteert Kostyuchenko op het leven in Rusland als lesbienne – over vergeefse pogingen om een lening te krijgen met haar vriendin en over het bijwonen van een gaypride waar ze zo hard op haar hoofd wordt geslagen dat ze haar gehoor begint te verliezen. Bij een andere gelegenheid, herinnert ze zich, scheurden mensen haar jurk af en lieten haar naakt op straat achter; en weer een andere keer werd ze geslagen en gearresteerd. Dit gedeelte bevat ook een reportage over twee oudere mannen in Ilsky, een nederzetting in de regio Krasnodar, die werden vermoord omdat ze ervan verdacht werden een homoseksuele relatie te hebben.
Kostyuchenko’s boek schetst zo’n gruwelijk beeld van Rusland dat lezers zich misschien afvragen: wat is er dan om van te houden? Ikzelf vroeg me dat ook voortdurend af. Het is een paradox die het boek niet oplost, althans niet rechtstreeks. Maar wat Kostyuchenko doet is even subtiel als diepgaand. Door de intense aandacht die ze besteedt aan elke persoon die ze tegenkomt, worden hun menselijkheid en hun persoonlijke werkelijkheid onmiskenbaar. In sommige delen van het boek was het voor mij gemakkelijker haar personages te begrijpen dan in andere, zoals dat waarin ze de tijd beschrijft die ze undercover als stagiaire doorbracht op een politiebureau. De agenten doen onuitsprekelijke dingen, maar we zien ook dat ze ze doen omdat het systeem hen daartoe dwingt. Over het algemeen gold voor mij dat hoe nauwer de personages van Kostyuchenko verbonden waren met de staat, hoe moeilijker het voor mij was om me in hen in te leven.
In 2014, schrijft Kostyuchenko, verwelkomden veel Russen, waaronder haar eigen hoogopgeleide moeder, de annexatie van de Krim. Kostyuchenko schrijft dit toe aan staatspropaganda en de vaste overtuiging onder oudere generaties dat de Sovjet-Unie, de Krim incluis, het beste land ter wereld was. De vraag ‘Van wie is de Krim?’ spleet de Russische samenleving en verscheurde families, en het was toen dat ik besloot Rusland te verlaten. Ik zag geen weg meer terug. Ik kon bijvoorbeeld niet begrijpen hoe sommige van mijn vrienden, fatsoenlijke mensen, het niet erg vonden dat hun land zomaar een stuk grondgebied van een andere staat afpakte. De oorlog in de Donbas begon datzelfde jaar, terwijl het regime van Poetin bleef weigeren zijn betrokkenheid te erkennen.
Een van Kostyuchenko’s hoofdstukken gaat over de families van in de Donbas gesneuvelde Russische soldaten die worstelen om de lichamen van hun dierbaren te vinden, maar worden tegengewerkt door functionarissen die volhouden dat er geen soldaten kunnen zijn omgekomen, aangezien er officieel geen Russische militaire aanwezigheid is. Uiteindelijk ontvangen de nabestaanden de lichamen onderhands, zonder officiële identificatie en met strikte orders om de kisten niet te openen, waardoor ze niet zeker weten wie ze eigenlijk begraven.
Internaat
Volgens Kostyuchenko is het belangrijkste hoofdstuk van haar boek ‘Internat’, oorspronkelijk in 2021 in Novaya Gazeta gepubliceerd, waarin ze een staatsinstelling voor mensen met psychiatrische en neurologische diagnoses onderzoekt. Ze mocht er twee weken doorbrengen op voorwaarde dat ze geen informatie zou gebruiken die kon worden herleid naar de instelling. De bewoners, zo ontdekte ze, zijn ontdaan van hun fundamentele mensenrechten. Ze hebben over geen enkel aspect van hun bestaan iets te zeggen, van de lengte van hun haar tot de tijden waarop ze wakker worden of eten. Als vrouwen zwanger worden, worden ze gedwongen een arbortus te ondergaan en worden ze vaak gesteriliseerd. Iedereen die ook maar iets vertoont wat lijkt op een afwijkende mening wordt platgespoten. Sommige bewoners leven in omstandigheden die ieder voorstellingsvermogen te boven gaan: geïsoleerd in een gevangeniscel, naakt, met voor hun behoeften een emmer die één keer per dag wordt geleegd. Anderen zijn volkomen gezond, er terechtgekomen omdat hun familieleden van hen af wilden en een ambtenaar hebben omgekocht voor een valse diagnose.
Jaren geleden deed ik vrijwilligerswerk bij een soortgelijke instelling voor kinderen. Het betrof een instelling in Moskou, dus deze werd vermoedelijk veel beter gefinancierd en gecontroleerd dan die buiten de hoofdstad, maar wat ik daar zag was zo diep verontrustend dat het me altijd bijbleef. Kostyuchenko schrijft dat ze zich na haar verblijf aan het internaat realiseerde dat Rusland een fascistische staat was geworden, met de internaten – met een bevolking van 177.000 mensen, waaronder 21.000 kinderen – als concentratiekampen. Uit dit besef ontstond het organiserend principe voor haar boek: te begrijpen hoe Rusland is vervallen in fascisme. Ze volgt dit minutieus, waarbij elk hoofdstuk een cruciaal element aan haar betoog toevoegt.
Gijzelaars
In interviews vertelt Kostyuchenko hoe geschokt ze was toen Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel, ondanks zeventien jaar journalistieke ervaring die haar had kunnen doen inzien waar het heen ging. Ik herinner me dat ik ook geschokt was. Slechts enkele dagen voor de invasie vertelde ik mijn Amerikaanse vrienden dat het nooit zou gebeuren. De reden? Omdat het gekkenwerk was – het beginnen van een oorlog in de eenentwintigste eeuw druiste in tegen alles wat we als mensheid hebben bereikt.
Toch verschil ik op één belangrijk punt van mening met Kostyuchenko. Ze zegt dat ‘we’ Oekraïne hebben aangevallen en dat ‘wij’ de oorlog voortzetten. Daarmee doelt ze misschien op elke Rus, maar ik ben er toch zeker van dat het Poetin is die achter de knoppen zit. Hij staat in mijn gedachten los van Rusland; zijn misdadige regime gijzelt mijn geboorteland. Dit is natuurlijk niet van de ene op de andere dag gebeurd. Het kostte hem meer dan twintig jaar om een systeem op te bouwen dat de erosie van ethische normen bevordert, en waarin de gemiddelde burger zich hulpeloos en onbeduidend voelt. Onze fout ligt in het niet opletten, in het niet opmerken hoe hij dit deed – en in het niet genoeg doen om ertegen te vechten.
In een interview met Meduza, een onafhankelijk Russischtalig mediakanaal, zei Kostyuchenko: ‘Als het systeem onmenselijk is, word je zelf heel snel ontmenselijkt. Als je degenen die in internats zitten opgesloten als mensen wilt zien, wordt het onmogelijk om er je werk te doen. En heel snel leer je ze dus niet als mensen te zien. Dit is hoe we allemaal zijn ontworpen, en het is heel eng om te begrijpen.’ Het is een onomstotelijke waarheid. Rusland is niet bijzonder; er is niets in zijn cultuur dat het vatbaar maakt voor fascisme. Dit kan overal gebeuren en het is iets waar elk land voor moet waken.
Voor Kostyuchenko betekent haar liefde voor Rusland vooral eerlijk zijn en zich niet conformeren aan wat anderen vinden dat die liefde zou moeten inhouden. Poetin heeft geprobeerd de Russen ervan te overtuigen dat als ze van hun land houden, ze Oekraïners moeten gaan vermoorden. Maar dit is precies wat ze niet zouden moeten doen, zegt ze, als ze er echt van houden – ‘We moeten ervoor zorgen dat ons land het juiste doet.’ Ook ik wil dat Rusland een natie wordt die wordt geregeerd door de principes van gelijkheid, menselijkheid en respect voor anderen. Ik geloof dat dit is wat Aleksej Navalny bedoelde toen hij sprak over ‘het mooie Rusland van de toekomst’.
Noch Kostyuchenko, noch ik kunnen terugkeren naar Rusland zolang Poetin aan de macht is. Wat ons rest, is om zijn regime te bestrijden, zijn propagandamachine te weerstaan en de Oekraïense zaak op alle mogelijke manieren te steunen. En om te begrijpen hoe we zijn gekomen waar we zijn, zodat we een weg vooruit kunnen banen. Kostyuchenko’s boek is een enorme stap op dit pad.
Deze bijdrage kwam tot stand in samenwerking met RAAM – op Rusland, Oekraïne, Belarus; vertaling Merlijn Olnon