Advertentie
Banner website Boekengids v2

Turkije: ‘Is de wereld nou zo klein?’

Voor zijn nieuwe roman 995km koos Murathan Mungan een nieuwe vorm: een politieke detective. Het verhaal speelt zich af in de jaren negentig in Diyarbakır en andere plaatsen in Zuidoost-Turkije. Er is een moordenaar, er zijn moorden. Maar een “whodunit is het boek niet”, vindt Hanneke van der Heijden. In de rubriek Aldaar laten literair vertalers zien hoe literatuur nieuwe, meer doorleefde perspectieven kan bieden op wat hier actualiteit heet.

Besproken boeken

Eind vorig jaar publiceerde Murathan Mungan (1955) een nieuwe roman: 995 km. Mungan is de veelgelezen auteur van een groot aantal literaire werken in allerlei genres: essays, verhalen, toneel, poëzie, romans en alles ertussenin. Zijn grappigste titel in dat verband: ‘The Poet’s Novel’.

Voor 995 km koos Mungan een nieuwe vorm. ‘Vanaf het begin wilde ik een politieke detective schrijven’, zei hij in een interview. ‘Dat genre heeft iets viezigs. Als je dat kiest voor een vuile geschiedenis kom je dichter bij wat misdaad is.’

De geschiedenis die hij beschrijft is recent: het verhaal speelt zich af in de jaren negentig in Diyarbakır en andere plaatsen in Zuidoost-Turkije. De strijd tussen leger en PKK, de vele moorden op vooraanstaande Koerden, de steeds zichtbaardere deep state, de opkomst van gewelddadige islamistische groeperingen: het maakt de periode tot een inktzwarte bladzijde in de geschiedenis van Turkije.

Er is een moordenaar in Mungans roman; er zijn moorden. Maar een whodunit is het boek niet. De schutter wordt op bladzijde één al geïntroduceerd, op het moment dat hij zich opmaakt voor zijn eenenveertigste aanslag. Wij, lezers, volgen die naamloze schutter op de voet, we horen zijn gedachten, we lezen zijn verleden. Wat drijft hem tot zijn daden? Wat voelt hij als hij de trekker overhaalt, zijn slachtoffer achterlaat in het veld, afreist in afwachting van nieuwe instructies? Waarom heeft hij zich aangesloten bij de Soldaten van de Jihad, waarom werkt hij tegelijkertijd voor de staat?

Mungan, die deels in Zuidoost-Turkije opgroeide, benadrukt de research die hij voor zijn boek deed. Hij las studies, sprak mensen, bezocht locaties, hij baseerde zich op feiten. Toch wilde hij geen non-fictie schrijven. Hoe herkenbaar ook, de personages zijn gefingeerd.

‘Met een roman krijgen feiten voor de lezer de kracht van herinneringen’, vindt Mungan. ‘De scènes en gebeurtenissen in een roman brengen de herinneringen van de lezer weer terug.’

De gebeurtenissen opnieuw in herinnering brengen is belangrijk, vindt ook de Koerdische journalist Şeyhmus Diken – vooral nu, dertig jaar nadien, dossiers verjaren en sommige daders uit de gevangenis komen.

Het oosten en het westen van Turkije herinneren zich niet dezelfde dingen’, zegt Mungan. De generatie geboren in de jaren negentig heeft geen idee wat zich hier heeft afgespeeld. De gebeurtenissen zijn even onbekend als voor een Engelsman.’

Daarbij: ‘Het oosten en het westen van Turkije herinneren zich niet dezelfde dingen’, zo zei Mungan tijdens de drukbezochte boekpresentatie in Diyarbakır. ‘Ze hebben niet dezelfde geschiedenis meegemaakt, niet dezelfde dingen gezien. Mensen in Istanbul en Izmir hebben de jaren negentig meegekregen via de grote televisiezenders en de kranten van de klasse die het kapitaal in handen heeft. Dat is alles wat de mensen daar van de gebeurtenissen weten, geloven of willen geloven. Denk aan de generatie geboren in de jaren negentig. De meesten van hen hebben geen idee van wat zich hier heeft afgespeeld. (…) Voor een willekeurige jongere, opgegroeid in [het westelijke] Bursa zijn de gebeurtenissen die hier hebben plaatsgevonden even onbekend als voor een Engelsman.’

Maar de roman is meer dan een geschiedenisles. Met de naamloze personages en de moord die symbool staat voor talloze andere moorden beschrijft Mungan een machtsmechanisme dat tijdvakken overstijgt – en dat niet typisch is voor Turkije alleen.

Die voortdurende spiraal van macht, geweld en angst maken het boek eerder tot een horrorverhaal dan een thriller, vindt publiciste Sırma Köksal. Geweld is in Turkije ingebakken in het bestuurlijke systeem; net als in Kafka’s Het slot is het zo alomtegenwoordig en tegelijk zo ongrijpbaar dat de samenleving de angst heeft geïnternaliseerd, analyseert zij. Die dreiging is voelbaar wanneer de schutter op een busstation een collega tegen het lijf loopt, die zegt: ‘Is de wereld nou zo klein, of zijn wij gewoon overal?’

Een van de vele politieke moorden die na de jaren negentig in Turkije nog zouden volgen was de aanslag op Hrant Dink. Op 19 januari 2007 werd de Armeense journalist in een drukke straat in het centrum van Istanbul doodgeschoten. ‘Broers en zussen,’ sprak zijn weduwe tijdens de massaal bijgewoonde begrafenisplechtigheid, ‘er valt niets te doen zolang niet eerst de duisternis wordt bevraagd die van een baby een moordenaar maakt…’ Haar woorden gingen door merg en been. In zijn roman bevraagt Mungan die duisternis. Hij laat ons heel dicht bij de schutter, laat ons meekijken in zijn hoofd, toont ons zijn levensloop, de duistere kringen waarin hij verkeert. Pas dan valt er misschien iets te doen, zoals Dink zegt. Zo biedt zijn moedige en donkere roman ook een sprankje hoop.