Advertentie
Banner-Huff-Gedichtenapotheek-1454×183

Syrië: Hanna Mina, schrijver van het volk

De Syrische schrijver Hanna Mina wilde met zijn oeuvre de ‘ellendigen en onderdrukten van de aarde’ steunen. Bij zijn honderdjarige sterfdag werd het oeuvre besproken en gevierd in de Arabische media. In de rubriek Aldaar laten literair vertalers zien hoe literatuur nieuwe, meer doorleefde perspectieven kan bieden op wat hier actualiteit heet.

‘Ik ben half gezond en half gek, en ik houd het meest van mijn gekke helft,’ zo typeerde de Syrische schrijver Hanna Mina (1924-2018) zichzelf ooit in een interview. Het valt niet te ontkennen dat het oeuvre van deze ‘halve gek’ tot de meesterwerken van de Arabische wereld behoort. Door zijn lezers en critici werd hij de ‘Balzac van de Syrische roman’, ‘de Zorba van de Arabische romanciers’, ‘de Gorki van de Arabieren’ en ‘de schrijver van moeilijke tijden’ genoemd.

Mina werd in een straatarm, christelijk gezin in de Syrische havenstad Latakia geboren, als enige zoon, met vier oudere zusters. Mina’s vader was een avonturier, een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Soms liet hij zijn gezin maandenlang in de steek en verbraste hij zijn geld aan drank en vrouwen, maar hij kwam altijd weer terug. De meest schrijnende beschrijving van de omstandigheden waarin het gezin moet hebben geleefd, is een passage in Resten van foto’s (1975), in het Engels vertaald als Fragments of memory (1993), waarin Mina beschrijft hoe zijn ouders noodgedwongen hun oudste dochter verkochten aan de landeigenaar van wie ze een stukje grond pachtten. Dat Mina in deze omstandigheden toch de kans kreeg om zijn lagere school af te maken, had hij vooral te danken aan zijn moeder, die voor hem een veelbelovende toekomst als priester zag weggelegd. Het lagere schooldiploma is het eerste en tevens enige diploma dat Mina ooit behaalde. Zijn moeder was zo trots dat ze zijn diploma ingelijst aan de muur hing. Priester zou hij nooit worden, maar na vele omzwervingen – hij werkte als sjouwer, knecht en krullenjongen – opende hij zijn eigen kapperszaak. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Mina actief in het verzet tegen de Franse bezetter. In die periode begon hij met het schrijven van politieke pamfletten in lokale tijdschriften. Vanaf omstreeks 1950 – hij woonde inmiddels in Damascus waar hij de kost verdiende als redacteur bij een literair tijdschrift – begon hij zich serieus toe te leggen op het schrijven van literatuur, en in 1954 verscheen zijn eerste roman, De blauwe lampen, die de toon zette voor de rest van zijn maar liefst veertig romans tellende oeuvre.

De extreme armoede, de angst, ziekte, honger, onderdrukking en vernederingen die hij in zijn jeugd moest verduren, en de voortdurende strijd daartegen, lopen als een rode draad door zijn werk.

De extreme armoede, de angst, ziekte, honger, onderdrukking en vernederingen die hij in zijn jeugd moest verduren, en de voortdurende strijd daartegen, lopen als een rode draad door zijn werk. ‘Ik zette al mijn woorden in voor één doel: het steunen van de armen, de ellendigen en de onderdrukten op deze aarde,’ zei hij daarover in een terugblik op zijn leven. 

Mina’s romans zijn in meer dan zeventien talen vertaald, waaronder Frans, Duits, Engels en Russisch. Zijn vroege werk behoort tot het genre van het socialistisch realisme en richt zich met name op het klassenconflict. Zijn debuut De blauwe lampen (1954) gaat over een groep eenvoudige mensen in de havenstad Latakia, die tijdens de Tweede Wereldoorlog het hoofd boven water moeten houden. Zijn latere romans bevatten een minder realistische en ‘meer symbolische analyse van klassenverschillen’, zoals een criticus opmerkte. Zon op een bewolkte dag (1973) is een indringend verhaal over klassenconflicten, verweven met de strijd tegen het Franse mandaat (1926-1943). Zonder personages of plaatsen te noemen vertelt Mina de levensgeschiedenis van een jonge Syrische man die in opstand komt tegen zijn feodale, Frans georiënteerde familie en zich aansluit bij de arme, ‘gewone mannen en vrouwen’ van zijn land. In 2010 ontving hij de Marokkaanse Mohamed Zafzaf-prijs voor zijn gehele literaire oeuvre. Er zouden nog vele prijzen volgen.

Ondanks zijn roem bracht Mina de laatste jaren van zijn leven door in eenzaamheid. In zijn huis omringde hij zich met foto’s van Tsjechov, Gorki, Dostojevski en Stalin.

Dit jaar werd Mina’s honderdste geboortedag uitgebreid in de Arabische media besproken en gevierd, door middel van artikelen en columns in kranten en tijdschriften. Vooral zijn engagement en zijn literaire kwaliteiten werden geprezen. Voor zijn andere functies – hij was levenslang lid van de Syrische communistische partij, werkte bij het Syrische Ministerie van Cultuur en was lid van de Arabische Schrijversbond – was minder aandacht. 

Ondanks zijn roem bracht Mina de laatste jaren van zijn leven door in eenzaamheid. In zijn huis omringde hij zich met foto’s van Tsjechov, Gorki, Dostojevski en Stalin. Zelfs het door zijn moeder ingelijste schooldiploma hing er. Hij werd door ziektes gekweld en om te kunnen lezen had hij een vergrootglas nodig. Maar lezen heeft hij tot de laatste momenten van zijn leven gedaan.