Georgië: Het dagboek van Maro Makasjvili
Het zijn rumoerige tijden in Georgië. Uit protest tegen de omstreden verkiezingsuitslag van 2024 sluiten cultuurhuizen hun deuren. Demonstranten putten kracht uit literatuur van betogers die honderd jaar voor hen leefden. In de rubriek Aldaar laten literair vertalers zien hoe literatuur nieuwe, meer doorleefde perspectieven kan bieden op wat hier actualiteit heet.
De kerst- en nieuwjaarsperiode bracht ik door in Tbilisi. Die wordt meestal opgeluisterd door boekenmarkten, literaire avonden en toneelvoorstellingen. Deze keer hebben de meeste cultuurhuizen uit protest tegen de zittende regering de deuren dichtgegooid en speelt het theater zich op straat af. Op basis van de resultaten van de parlementsverkiezingen van 26 oktober 2024 heeft de zittende regering haar positie bestendigd. Maar aanwijzingen voor vervalsing en intimidatie zijn voor een groot deel van de Georgische bevolking (en politieke spelers zoals de Verenigde Staten en de Europese Unie) reden om die resultaten tot nu toe niet te erkennen.
Bij protesten in Georgië is de literatuur nooit ver weg. Zo zijn schrijvers vaak de eersten die in de publieke ruimte hun ongenoegen en mening uiten.
De spanning is dan ook om te snijden. Betogers, onder wie ook schrijvers, acteurs en regisseurs, lopen het risico gearresteerd te worden. Op oudejaarsavond stonden tienduizenden mensen voor de vierendertigste avond op een rij voor het parlementsgebouw. Dat ligt aan de Roestavelilaan, vernoemd naar de twaalfde-eeuwse dichter Sjota Roestaveli en legendarisch door alle eerdere politieke protesten die daar plaatsvonden in de geschiedenis. De betogers hebben hun eisen aangescherpt: de onvoorwaardelijke vrijlating van de meer dan vierhonderd betogers en (nieuwe) parlementsverkiezingen.
Plekken van protest vormen herinneringsplaatsen in Tbilisi. Al meer dan dertig jaar gaan Georgiërs de straat op om hun regering bij de les te houden: als corruptie het land in haar greep houdt; als er machtsmisbruik in het spel is; als er wetten worden doorgedrukt die de rechten van minderheden en de vrijheid van allen beknotten; als verkiezingen vervalst worden. Neem je er niet fysiek aan deel, dan vormen ze het belangrijkste onderwerp van gesprek met vrienden, collega’s en taxichauffeurs.
Bij protesten in Georgië is de literatuur nooit ver weg. Zo zijn schrijvers vaak de eersten die in de publieke ruimte hun ongenoegen en mening uiten. Er circuleren hedendaagse of klassieke verzen om de betogers een hart onder de riem te steken en literaire citaten vinden hun weg naar spandoeken en pamfletten. Opvallend zijn de portretten van Maro Makasjvili (1901-1921) op muren in de stad. Meer dan honderd jaar geleden schreef de toen negentienjarige Makasjvili een dagboek. Toen het Rode Leger in 1921 Georgië binnenviel, meldde ze zich als vrijwilliger bij het Rode Kruis. Kort daarna kwam ze om, tijdens haar werk als verpleegster, aan het front in de buurt van Tbilisi. Het dagboek dat ze naliet heeft haar familie tijdens de sovjettijd angstvallig geheim gehouden. Pas in 1990 werden delen ervan in een krant openbaar gemaakt. In 2013 gaf haar zus het dagboek bij het Literatuurmuseum van Georgië in bewaring en kort daarna verscheen het voor het eerst als boek. Dit groeide vervolgens uit tot een symbool van feminisme en vaderlandsliefde.
In haar dagboek beschrijft ze haar frustratie en woede over de macht van Rusland, die het lot van haar land bepaalt, en bevecht ze de manier waarop vrouwen onderschat en onderdrukt worden.
Makasjvili spreekt de demonstranten aan, en dan vooral de jongeren. Ook Makasjvili was student en ook zij snakte naar vrijheid. In haar dagboek beschrijft ze haar frustratie en woede over de macht van Rusland, die het lot van haar land bepaalt, en bevecht ze de manier waarop vrouwen onderschat en onderdrukt worden. Ze beschrijft haar verlangen om naar het Westen te trekken, om in Frankrijk of Italië te studeren, met een diploma op zak terug te keren en zich in te zetten voor Georgië. De studenten die de drijvende kracht van de betogingen in 2024 vormen, herkennen zich in de overtuigingen en verlangens van hun leeftijdsgenote van honderd jaar geleden.