Advertentie
Banner

Het zwijgen van een dorp

Singleton op zijn stilst, de debuutroman van Klaske Schep uit 2020, speelt zich af in Australië in het jaar 1975. De roman volgt Thomas, een homoseksuele journalist uit een boerengezin die onderzoek doet voor zijn lokale krantje. Gezien door zijn ogen ontvouwt zich voor de lezer langzaam maar zeker ook het verhaal van ‘David’: een Aboriginal die door de Australische overheid als kind van huis is weggehaald. Hij is in een opvoedingskamp geplaatst, waar hij een nieuwe – witte – naam heeft gekregen, en is vervolgens te werk gesteld op de boerderij van Thomas’ ouders, waar de twee in elkaars leven zijn gekomen.

Besproken boeken

Deze publicatie komt voort uit het project ‘De verbeelding van het platteland in een globaliserende wereld’ (RURALIMAGINATIONS, 2018-23) waarvoor financiering is ontvangen van de Europese Onderzoeksraad onder het Horizon 2020 onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie (subsidieovereenkomst No. 772436).

De roman is gebaseerd op een historisch gegeven: vanaf het begin van de twintigste eeuw tot in de jaren zeventig werden kinderen van Aboriginals en Straat Torres-eilanders die één witte ouder hadden door de staat bij hun familie weggehaald. Het doel was deze kinderen, die werden gezien als ‘half-bloed’, te assimileren in de witte koloniale samenleving. Met fysiek en mentaal geweld werden zij gedwongen afstand te doen van hun cultuur, familie en identiteit. De slachtoffers van deze politiek worden ook wel de Stolen Generations genoemd.

Klaske Schep. Foto: Wim Elving, 2020.

Ik spreek met Schep over de rol van landbouw in dit wrede koloniale systeem, over de symboliek van een dorp dat zwijgt en over het doorbreken van die stilte.

[Anke Bosma] Kun je iets vertellen over de ontstaansgeschiedenis van het boek? Waarom speelt het zich bijvoorbeeld op een boerderij af?

[Klaske Schep] Ik raakte op m’n veertiende geïnteresseerd in de geschiedenis van de Aboriginals en de Stolen Generations en ik ben toen gaan onderzoeken hoe het leven eruitzag van een kind dat op jonge leeftijd bij zijn ouders werd weggehaald. Die kinderen werden in ‘opvoedingskampen’ geplaatst, maar het systeem was ook een soort doorgeefluik voor goedkope arbeidskrachten. Ik wist dat ik graag een Aboriginaljongen zou willen volgen en zulke jongens eindigden vaak als boerenknecht, meestal zonder dat ze betaald kregen.

[AB] Volgens de witte machthebbers zou de beste bezigheid voor Aboriginalkinderen het hoeden van vee of werk op een boerderij zijn. Weet jij waarom boerderijen zo’n prominente plaats in het systeem innamen?

[KS] Dat was een kwestie van ‘waar zijn goedkope arbeidskrachten gewenst’ voor degenen die de macht hebben. Aboriginals moesten werk doen dat niet geliefd was. Vergelijkbaar werk in Nederland, zoals aspergesteken, wordt nu bijvoorbeeld door Oost Europese arbeiders gedaan – uiteraard met het verschil dat zij nog wel iets betaald krijgen.

[AB] De titelrol is vergeven aan het – volgens de achterflap – ‘slaperige dorp’ Singleton. Hoe zou je de rol van het dorp in dit verhaal omschrijven?

[KS] Die is ontzettend ambigu. Ik zie het dorp als een verbindingsstuk tussen het platteland en de stad, waar producten, mensen en ideeën uit beide werelden samen komen. Het dorp is voor de hoofdpersoon Thomas de eerste stap op weg naar zijn bevrijding. Het is voor hem enorm lastig om zich los te rukken van zijn vertrouwde omgeving, op zijn achttiende de boerderij te verlaten en een kamer te huren. Maar in het dorp wordt hij steeds geconfronteerd met de stilstand, de verveling en de stilte. Op een gegeven moment gaat hij het dorp met andere ogen zien. Hij beseft dat je nog veel verder kan uitzoomen. Dat zie ik als de laatste stap naar zijn bevrijding – de stad staat symbool voor vrijheid in dit boek: hij laat Singleton op een gegeven moment achter zich om naar Sydney te gaan.

Het dorp is een plek die hem klein houdt en dat is niet per se slecht, want het is de plek waar hij eerst moet afrekenen met zijn verleden. Maar het is dus wel de plek die aan hem hangt totdat hij zelf besluit om verder te gaan. Dus je zou kunnen zeggen dat de tentakels van zijn verleden, van het plattelandsleven, zich uitstrekken tot in het dorp.

[AB] Thomas ontmoet meerdere homoseksuele personages in het dorp, toch lijkt er voor hem meer vrijheid te zijn in de stad dan op het platteland.

[KS] Zo ziet Thomas dat, ja. Thomas proeft dat er in de stad meer ruimte is om een relatie aan te gaan met een man, iets wat hij op de boerderij van zijn ouders voor onmogelijk hield. Maar er zijn twee dingen die hem tegenhouden om naar de stad te gaan. Ten eerste is er een heel concreet schuldgevoel dat hem in Singleton houdt, en ten tweede gaat hij door een proces van leren durven. De omgeving waar Thomas is opgegroeid is zo klein en beperkt, een leven met een man opbouwen valt zo buiten het scala van mogelijkheden, dat hij iemand anders nodig heeft om te beseffen dat dat wel kan.

[AB] Zowel Thomas als David verlaten de boerderij, maar waar Thomas uiteindelijk naar Sydney gaat, gaat David naar het reservaat…

[KS] David kiest uiteindelijk voor zijn afkomst en zijn familie. Of het reservaat een prettige plek is om te wonen, daar kun je over twisten, maar er zit iets hoopgevends in: hij heeft altijd gezegd tegen Thomas dat hij geen familie meer heeft, dat hij is afgesneden van alles, en dat blijkt uiteindelijk niet waar te zijn. Dat geeft hem de hoop dat hij op het reservaat iets kan opbouwen. Hij besluit uiteindelijk: ik weet wel wie ik ben, of ik denk het te weten, en ik wil mijn identiteit weer gaan opbouwen – eigenhandig.

[AB] David is een van de hoofdpersonages, waarom is hij dan toch geen verteller?

[KS] Ik denk dat ik me door mijn maatschappelijke positie in Nederland vrij goed kan inleven in het wereldbeeld van iemand die in een ander westers land in een vergelijkbare positie zit, zoals Thomas. Toen ik begon met schrijven aan dit boek wist ik intuïtief: ik kan kiezen voor iemand die dit als toeschouwer dit beziet, maar ik kan niet in de huid kruipen van iemand die dit overkomt, want mijn woorden en belevingswereld schieten tekort aan elkaar. Eén van de kernthema’s in het boek is ook dat Thomas niet kan weten wat David is overkomen.

[AB] Stilte is ook een belangrijk thema in je boek. Hoe is dat tot stand gekomen?

[KS] Ik wilde een verhaal schrijven over iemand die eigenlijk niet bestaat. En dan bedoel ik niet in de zin dat hij een fictief personage is, dat ook, maar vooral in de zin dat David zich beweegt in een wereld waar het maar de vraag is in hoeverre hij bestaat, volgens hemzelf en de buitenwereld. Hij is gestript van zijn complete identiteit en er zijn hem allemaal woorden en namen opgedrongen – letterlijk. Ik vroeg me af wat voor hem de remedie zou zijn tegen al die woorden en namen waar hij zich aan wil onttrekken. Dat is stilte. En dat is ook eigenlijk de enige manier waarop David en Thomas heel waarachtig met elkaar communiceren. In de stilte vinden ze elkaar. Stilte is natuurlijk niet alleen positief. Er verdrinkt ook veel in de stilte in het huis, want er wordt ontzettend veel niet gezegd. Thomas is zelf niet voor niets een stille jongen: hij wordt niet gehoord in zijn familie. En als hij lastige vragen stelt over David en waarom hij niet betaald krijgt, worden zijn ouders ook stil. Dat heeft een reden. Uiteindelijk vond ik het mooi om dat stille dorp – Singleton – tot een zwijgend decor te maken voor het hele verhaal.

[AB] Als zwijgend decor en misschien ook als zwijgende toeschouwer? Thomas denkt op een gegeven moment bijvoorbeeld: ‘Ik keek naar Singleton en Singleton keek terug.’

[KS] Ja, voor Thomas is het dorp de entiteit die het systeem in stand houdt. Hoe hou je een systeem in stand? Door het te accepteren: niets doen is ook een keuze. Dat is natuurlijk ook dat stille. Ook zijn ouders geven geen antwoord op Thomas’ lastige vragen, want die draaien mee in het systeem. Het zijn boeren en voor hen is er een financiële reden om het systeem in stand te houden, maar dat betekent natuurlijk niet dat die lastige vragen van Thomas makkelijk te beantwoorden zijn. Dus ook dat alles verdrinkt dan in stilte.

[AB] Zie je dit boek als een manier om een bepaalde stilte omtrent de Stolen Generations te doorbreken?

[KS] Ja, heel erg. Ik hoop dat lezers via mijn boek de echte verhalen van de Stolen Generations gaan opzoeken. Ik ben ooit geïnspireerd geraakt door een journaalitem over de eerste excuses van de Australische regering aan de Aboriginal kinderen in 2008, maar we zijn nog lang niet klaar. Toen was het nog totaal niet aan de orde om over financiële compensatie te spreken, wat natuurlijk belachelijk is. Dit boek speelt zich af in 1975: mensen die dit is aangedaan leven nog. En kijk bijvoorbeeld naar het verschrikkelijke nieuws uit Canada (waar in juli stoffelijke overschotten van 215 inheemse kinderen en baby’s werden gevonden, AB). Overal hebben koloniale systemen vergelijkbare gruwelijkheden voortgebracht. Daarom denk ik dat het zonde is om je te laten begrenzen, letterlijk door landsgrenzen, in de verhalen die je wilt vertellen. Er zit nog heel veel rot hier, waarvan nog veel meer besproken moet worden. Ik hoop met deze roman eigenlijk een verlengstuk te zijn van Thomas, die begreep dat zijn verhaal destijds door velen nog niet gehoord zou worden – maar hopelijk nu wel.