Uit de ‘Rentrée d’Hiver’
Vorig jaar begon de Nederlandse Boekengids een nieuwe traditie: het leveren van een beredeneerd overzicht van de ‘rentrées littéraires’. Redacteuren Marjolein Corjanus en Manet van Montfrans gidsen u nu langs de ruim vijfhonderd Franse romans van deze winter en lichten er enkele voor u uit.
Besproken boeken
Er verschijnen 517 romans in januari, februari en maart tijdens de rentrée d’hiver 2023, die daarmee de rentrée d’automne 2022 overtreft. Middelpunt van de herdenkingen van dit jaar is Colette, die 150 jaar geleden werd geboren, en 100 jaar geleden (in 1923) voor het eerst een boek onder haar eigen naam publiceerde. Met de korte roman Les Sources is Marie-Hélène Lafon een van de sterren van deze winter-rentrée. Bij Verdier verschijnt een langverwachte tekst van Pierre Michon: Les deux Beune. De inmiddels 94-jarige geschiedkundige Michelle Perrot, coauteur van het vijfdelige L’histoire des femmes en occident, blikt in Temps des féminismes terug op haar lange academische carrière en haar rol als pionierster van de vrouwenbeweging. In het voorjaar worden minstens vijf belangrijke literaire prijzen uitgereikt: de Grand Prix SDGL (Société des gens de lettres) (18 maart), de Prix RTL-Lire/Magazine littéraire (27 maart), de Prix Cazes (april), de Prix des romancières (3 mei), en de Prix des Libraires (17 mei). Onze update volgt in april!
Philippe Claudel, Crépuscule (Stock)
Plaats van handeling is een denkbeeldige, ingeslapen provincie ergens aan de oostgrenzen van Europa, waar christenen en mohammedanen vreedzaam samenleven. Toch wordt de dorpspastoor met ingeslagen schedel naast zijn kerk gevonden. In de hogedrukpan van een benepen plaatsje komen lang gekoesterde rancunes en onderdrukte driften tot een uitbarsting. Oorlog en geweld zijn nooit ver weg in Claudels duistere universum, denk aan zijn zeer succesvolle en ook verfilmde roman Les âmes grises (2003). Genomineerd voor de Prix RTL-Lire Magazine littéraire.
Gaëlle Nohant, Le bureau d’éclaircissement de destins (Grasset)
Opnieuw een derde-generatiegetuigenisroman over de Holocaust. De jonge, meertalige Irène komt begin jaren negentig in dienst van het schimmige International Tracing Services, ergens in Duitsland, beheerd door het Rode Kruis. Irène inventariseert en legt de verbanden tussen de ontelbare oorlogsarchieven en voorwerpen van concentratiekampen enerzijds en overlevenden en nabestaanden anderzijds. Haar zoektocht naar de jongen die een pop als zijn enige bezit naar het kamp meenam, gaat voor Irène een eigen leven leiden, verstrengeld met haar identiteit als moeder. Genomineerd voor de Prix Cazes.
Marie-Hélène Lafon, Les Sources (Buchet-Chastel)
Les sources (De bronnen) is gesitueerd in de Cantal, de geboortestreek van de schrijfster. Het verhaal ontrolt zich op een afgelegen boerderij, eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Een jonge vrouw verlaat met haar drie kinderen haar gewelddadige man, een ongehoord schandaal in dat milieu, in die tijd. Via een derde-persoonsverteller laat Lafon de vrouw, haar echtgenoot en een van de dochters hun beklemmend explosieve verhaal vertellen. Lafon geeft het steile boerenmilieu, waaruit ook zijzelf afkomstig is, sober en trefzeker weer. In 2020 ontving ze voor haar ook in het Nederlands vertaalde Histoire du fils de Prix Renaudot. Met Les Sources gooit zij hoge ogen voor de Prix-RTL Lire/Magazine littéraire. Van Lafon verscheen in november 2022 in de Collection Fléchette: Où sont les hommes ?
Mathieu Lindon, Une archive (P.O.L.)
Une archive is de geschiedenis van Minuit verteld door de zoon van Jerôme Lindon, die van 1947 tot zijn dood in 2001 de in 1941 opgerichte uitgeverij bestierde. Het is een soms humoristisch, soms uiterst kritisch portret van zijn legendarische vader en van diens relaties met zijn auteurs, onder wie Samuel Beckett, tegen de achtergrond van een halve eeuw politieke en culturele geschiedenis. Interessant en genomineerd voor de Prix Cazes.
Pauline Peyrade, L’Âge de détruire (Minuit)
L’Âge de détruire vertelt in de eerste persoon het leven van de jonge Elsa die alleen met haar moeder woont, en door haar misbruikt wordt. Het stereotiepe idee van moederliefde is ver te zoeken, de roman is een zintuiglijke odyssee van een moeder-dochterverhouding die in een traag en onontkoombaar proces verwoest raakt. Na Blandine Rinkel en Emma Marsantes (zie DNBG/Rentrée herfst 2022) doet nu ook bekroond toneelschrijfster Pauline Peyrade in haar romandebuut verslag van het leven in een familiehel. Magistraal, volgens het blad Diakritik.
Daniel Pennac, Terminus Malaussène (Gallimard)
De titel zegt het al, het achtste deel van Pennacs saga besluit de geschiedenis van de rumoerige Malaussène-familie in Belleville, het kleurrijke twintigste arrondissement van Parijs. Pennac publiceerde in 1985 het eerste deel, Au bonheur des ogres (1985). Het idee voor de hoofdpersoon, Benjamin Malaussène, ontleende hij aan Le Bouc émissaire (De zondebok), een essay van filosoof en antropoloog René Girard. In de romans is het personage Benjamin Malaussène de zondebok: hij wordt betaald om de schuld van anderen op zich te nemen. Pennac, die ook scenarist en toneelschrijver is, toont zich in zijn levendige, beeldrijke ‘spreektaal’ een dankbare leerling van Raymond Queneau en Émile Ajar. De Malaussène-saga heeft in de loop der jaren meer dan vijf miljoen lezers gevonden. Met deze veelzijdige auteur die zelf ooit docent was, kon en kan je nog steeds op een Franse middelbare school aankomen.
Pierre Lemaitre, Le silence et la colère (Calmann Levy)
Na het succes van Au revoir là–haut (2013), met de Prix Goncourt bekroond en het eerste deel van een succesvolle trilogie, Les enfants du désastre, schreef Pierre Lemaitre al twee delen van een volgende trits romans, onder de verzameltitel Les années glorieuses. Deel 1, Le grand monde, speelt tijden het interbellum, het nu verschenen tweede deel, Le silence et la colère, in 1952, deels in Frankrijk, deels in Libanon. Behalve een familieroman waarin de personages van de vorige romans, de broers Pelletier, opnieuw een rol spelen, is dit ook een thriller met een compulsieve moordenaar, de geschiedenis van de omstreden bouw van een dam (Tignes), en meer in het algemeen een schets van de Franse maatschappij aan het begin van de wederopbouw.
Andreï Makine, L’ancien calendrier d’un amour (Grasset)
De Frans-Russische schrijver Andreï Makine brak in 1995 door met zijn debuut Le testament français (o.a. bekroond met de Prix Goncourt). Om aan de druk en de publiciteit te ontsnappen schreef hij jarenlang onder het pseudoniem Gabriel Osmonde. Sinds enkele jaren publiceert Makine weer onder zijn eigen naam. Dit jaar verschijnt L’ancien calendrier d’un amour, een historische roman, deels gesitueerd in Rusland, maar een universeel verhaal over oorlog, revolutie en gebroken harten. Genomineerd voor de Prix Cazes.
Seynabou Sonko, Djinns (Grasset)
In dit romandebuut beschrijft Seynabou Sonko het leven van een jonge vrouw, Penda, die sinds de psychiatrische opname van haar vriend Jimmy heen en weer geslingerd wordt tussen de westerse wereld en die van haar wortels, Gabon. Een keuze tussen westerse geneeskunde of juist de traditionele, witte djinn of zwarte djinn, schooltaal of straattaal. Terug naar Gabon of blijven in een gemeenschap die haar maar moeizaam accepteert? Virtuoos en met veel fantasie geschreven.
J.M.G. Le Clézio, Avers. Des nouvelles des indésirables (Gallimard)
Een nieuwe verhalenbundel van de enigmatische Le Clézio, geboren en geworteld op het eiland Mauritius en in 2008 winnaar van de Nobelprijs voor Literatuur. In de eerste recensies wordt de bundel een ‘literair juweel’ genoemd en wordt zijn diepmenselijke vertelstijl geprezen. Leidraad in de verhalen is een gouden muntje dat steeds van eigenaar wisselt. Le Clézio beschrijft ook de keerzijde van het geluksmuntje, het lot van vissers en het leven op en aan de oceaan, het effect van globalisering, de schoonheid van taal en van muziek.
Alice Ferney, Deux innocents (Actes Sud)
Intieme roman over een idealistische jonge vrouw die met veel voldoening en inzet in een instelling werkt voor vastgelopen jongeren, hier ook wel ‘dropouts’ genoemd. Dan verschijnt de jonge leerling Gabriel ten tonele, voor wie ze meer voelt dan haar als lerares is toegestaan. Een ‘fatale liefde’, met verdenkingen, misverstanden en vooral tederheid. De precieze maar magistrale stijl van Ferney wordt geroemd.
Pierre Michon, Les deux Beune (Verdier)
In Les deux Beune combineert meesterstylist Pierre Michon La grande Beune (vertaald als De hengelaars van Castelnau) met het nooit eerder gepubliceerde La petite Beune. Alle andere boeken van Michon, van Vies minuscules (1984) tot Les Onze (2009), gaan over bekende of onbekende mensen die echt hebben bestaan. La Grande Beune (1996) was tot dusverre zijn enige tekst die ondubbelzinnig tot de verbeeldingsliteratuur behoort en het vervolg daarop wordt dan ook met spanning afgewacht.
Verder genomineerd:
- Marie Charrel, Les mangeurs de nuit (Éditions de l’Observatoire): Prix des Libraires
- Dominique Fortier, Les ombres blanches, (Grasset) : Prix Cazes
- Jerôme Garcin, Mes fragiles (Gallimard) : Prix Cazes
- Christine Orban, Soumise (Albin Michel) : Prix des Romancières
- Véronique Ovaldé, Fille en colère sur un banc de pierre (Flammarion) : Prix des Romancières en Prix Cazes
- Alexia Stresi, Les lendemains qui chantent (Flammarion): Prix des Romancières et de Prix des Libraires
- Laura Ulonati, Double V (Actes Sud) : Prix des Romancières