Retour Jakarta: Tjalie Robinson als Java-mens
Landen verwelken, koloniën vergaan. Maar steden …Steden blijven. Stedenvorming is een diep in de natuur geworteld proces waaraan allerlei organismen hun leven danken. Eenzelfde aantrekkingskracht die elders in het universum sterrenstelsels vormt, leidt op onze planeet tot zwermen, scholen en kuddes. En als vanzelf ontstaan daardoor ook bouwsels. In steile rotswanden of hoge bomen, door papegaaiduikers en weversvogels; op en in de grond, door mieren, termieten of konijnen; en vooral in, op en bij water, door koralen, bevers of mensen: steden. Ze worden gebouwd om zo’n samenklontering van een levensvorm generatie-proof te faciliteren. In het bijzonder ten behoeve van mensen die niet louter Trekkers (nomaden, vissers, handelaren) of Blijvers (landbouw- en veetelers) willen zijn, en als Stedeling in een zekere anonimiteit aan de nadelen kunnen ontkomen van de vastigheid van een boerderij of de beweeglijkheid van een nomadentent. Steden blijven opdat inwoners kunnen komen en gaan. Dat betekent niet dat ze onverwoestbaar zijn; orkanen, vulkanen, bulldozers, bommen en granaten overleven ze vaak niet. (Partiële) verwoesting door Attila’s, Alexanders, Victoria’s en Willems in alle kleuren, talen en genders lijkt een wezenlijk kenmerk van de stad. Niet elke stad is voor eeuwig. Maar sommige steden zijn wel onsterfelijk. Neem nu Jakarta.