Advertentie
Banner

Turkije: een roman als totaalervaring

In de nieuwe editie van Ahmet Hamdi Tanpınar’s Huzur is de in Istanbul spelende roman uit 1949 een totaalervaring. Tekentjes en schetsen, archieffoto’s en een playlist met muziekstukken die een rol spelen in de roman: Meer is meer, vindt Hanneke van der Heijden. In de rubriek Aldaar laten literair vertalers zien hoe literatuur nieuwe, meer doorleefde perspectieven kan bieden op wat hier actualiteit heet.

Besproken boeken

De Istanbulse uitgeverij Dergâh heeft onlangs een nieuwe editie uitgebracht van Huzur (in het Nederlands vertaald als Sereen). De bekende roman van Ahmet Hamdi Tanpınar (1901-1962), een van de eerste modernistische schrijvers in Turkije, beschrijft een etmaal in het leven van Mümtaz, die aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog door Istanbul loopt, verlangend naar zijn geliefde, zoekend naar een dokter voor zijn neef.

De imposante Dergâh-uitgave – gebonden en ruim vier keer zo duur als een gemiddelde roman – is niet zomaar een herdruk, maar een kritische teksteditie. De tweede kritische editie om precies te zijn, want in 2000 verscheen er ook al een. Deze keer is de romantekst aangevuld met een vracht aan achtergrondinformatie.

Voor dat doel zijn de boekpagina’s in vieren gedeeld. In het centrale tekstblok is de boektekst van 1949 afgedrukt. Zoals veel van zijn tijdgenoten publiceerde Tanpınar zijn roman eerst als krantenfeuilleton, die hij naderhand bewerkte tot een boek. Via onderstrepingen in de tekst en noten onderaan de pagina kan de lezer van de Dergâh-editie nu in een oogopslag en tot op woordniveau volgen wat Tanpınar uit zijn feuilleton schrapte of toevoegde aan de roman, hoe accenten verschoven en personages een grotere of kleinere rol kregen toebedeeld.

Maar er is meer. Linksboven op de pagina worden gebouwen, personen en begrippen uit de roman toegelicht. Linksonder zijn oudere woorden voor de hedendaagse lezer verklaard. Tekeningetjes en schetsen, archieffoto’s en plattegrondjes geven een visuele impressie van het Istanbul van de jaren dertig van de vorige eeuw. Op stadsplattegronden achter in het boek zijn de routes ingetekend die Mümtaz door het oude centrum en langs de Bosporus aflegt. Een Google-kaart van Istanbul toont locaties uit de roman, met achtergrondinformatie en bijbehorende citaten uit het boek. De QR-code op de kaart leidt naar een playlist met muziekstukken die een rol spelen in Huzur, zodat de lezer die met de personages uit wandelen gaat, al lopend zelf ook naar hun muziek kan luisteren. In de editie van Dergâh is de roman een totaalervaring.

Je kunt je meteen voorstellen hoe het team van specialisten dat de editie samenstelde zich op het project moet hebben uitgeleefd. Er is ook zoveel te vertellen, zoveel interessants te tonen! En Huzur leent zich bij uitstek voor zo’n encyclopedische aanpak.

Mümtaz loopt, bevangen door herinneringen, zoveel door de stad, de landschappen die hij ziet raken zo verbonden met oude Turkse liederen, dat Istanbul zelf uitgroeit tot een hoofdpersoon. Die Istanbulse wereld is een rijke wereld, een waarin heden en verleden, de Europese en de Osmaanse beschaving in elkaar overvloeien. Tanpınar was met beide zeer vertrouwd.

Mümtaz loopt, bevangen door herinneringen, zoveel door de stad, de landschappen die hij ziet raken zo verbonden met oude Turkse liederen, dat Istanbul zelf uitgroeit tot een hoofdpersoon. Die Istanbulse wereld is een rijke wereld, een waarin heden en verleden, de Europese en de Osmaanse beschaving in elkaar overvloeien. Tanpınar was met beide zeer vertrouwd – vanwege zijn interesse in de Osmaanse cultuur vonden Turkse vernieuwers hem lange tijd verdacht; inmiddels wordt hij gewaardeerd als een schrijver met een scherp oog voor wat de overgang van het Osmaanse Rijk naar de republiek Turkije betekende, voor mens en voor maatschappij. Voor menig hedendaags lezer in Turkije zijn de ‘Bosporusbeschaving’, de islamitische mystiek en de Turkse kunstmuziek echter onbekende werelden, waarin die zijn weg niet zonder meer kan vinden. Zelfs de taal is, als gevolg van drastische zuiveringscampagnes, ingrijpend veranderd.

In de Dergâh-editie is de tekst volop bewegwijzerd; te veel misschien. Zou de lezer niet ook zelf iets willen ontdekken, vraag je je af.

Literatuurcriticus Fatih Altuğ is zeer te spreken over de totaalaanpak. Hij vindt dat die rechtdoet aan de gelaagdheid van de roman en de manier waarop die tot stand kwam. Sterker nog, Altuğ had graag gezien dat de samenstellers het nog ambitieuzer hadden aangepakt: want met een digitaal doorzoekbare editie, in plaats van een papieren, kan de lezer Tanpınars werkwijze nog beter ontrafelen, nog dieper tot zijn wereld doordringen.

Toch kun je je niet helemaal aan de indruk onttrekken dat de Dergâh-uitgave ook wil inspelen op de Istanbul-hype die eind jaren negentig opkwam. Ineens richtten boekhandels ‘Istanbul’-plankjes in, de gemeente zette een keten ‘Istanbul-boekwinkels’ op, en oude zwart-witfoto’s van de stad, die bij velen appelleren aan een nostalgisch verlangen naar een tijd toen de stad nog niet overbevolkt was, werden steeds populairder.

Maar misschien is dat te achterdochtig van me en kan ik beter hopen dat ook het werk van Tanpınars tijdgenoten zo’n weldadige aandacht van literatuurhistorici en uitgevers ten deel zal vallen.