Letland: Drie generaties vrouwen in Sovjet-Letland
Vertaler Brenda Lelie bespreekt de door haar vertaalde roman Moedermelk van Nora Ikstena. Het is de eerste roman die rechtstreeks uit het Lets in het Nederlands is vertaald, maar volgens Lelie zeker niet de laatste. In de rubriek Aldaar laten literair vertalers zien hoe literatuur nieuwe, meer doorleefde perspectieven kan bieden op wat hier actualiteit heet.
Besproken boeken
Vorig jaar verscheen Moedermelk van Nora Ikstena, de eerste direct uit het Lets naar het Nederlands vertaalde roman. Ikstena (1969) is een van Letlands best gewaardeerde hedendaagse schrijvers en haar werk is in meer dan twintig talen vertaald. Nederland kon dus haast niet achterblijven.
Letland kennen de meeste mensen vooral in combinatie met buurlanden Litouwen en Estland, landen die ‘ergens in het oosten van Europa’ liggen. Als vertaler krijg ik vaak de vraag: de Letse taal, is dat niet een soort Russisch? Literatuur is een uitgelezen kans om kennis te maken met minder bekende landen en onderbelichte perspectieven op grote gebeurtenissen uit de geschiedenis. Moedermelk is naast een ontroerend verhaal over een complexe moeder-dochterrelatie ook een persoonlijk en indringend verslag van hoe mensen in Letland de Sovjetbezetting beleefden.
In de roman volgen we via de levensverhalen van drie generaties Letse vrouwen de geschiedenis van Letland vanaf de Tweede Wereldoorlog tot eind jaren tachtig, vlak voor het einde van de bezetting door de Sovjet-Unie. Ikstena heeft de familieleden in het boek, geïnspireerd op haar eigen familie, bewust naamloos gelaten omdat haar verhaal symbool staat voor de ervaringen van veel families in Oost-Europa, met name in de Baltische landen. Met de geschiedenis van drie generaties geeft ze een inkijk in hoe mensen gedwongen werden te leven in ‘twee parallelle werelden’, hoe families verscheurd raakten doordat een broer meevocht in het Sovjetleger terwijl een andere in het Duitse leger zat, en hoe levens verwoest werden doordat mensen hun ambities niet konden waarmaken en gedwongen werden ‘in een kooi te leven’.
Het verhaal begint in 1944, het geboortejaar van de moederfiguur in het boek. Als jonge vrouw volgt ze haar roeping als arts en onderzoeker. Met haar vrijgevochten persoonlijkheid kan ze zich niet schikken in het systeem waarin ze gedwongen wordt te leven. Ze wordt uit de wetenschap verbannen en voert routinewerk uit in een kleine plattelandskliniek. Haar dochter wordt geboren in 1969, ook zij groeit op in onvrijheid, maar anders dan bij haar moeder verschijnen in haar puberjaren de eerste, voorzichtige tekenen van een naderende politieke omslag. Alleen weet niemand op dat moment nog of de veranderingen ten goede of ten kwade zullen zijn: ‘Het machtige Sovjetimperium wankelde en dreigde ineen te storten en niemand wist of de gevolgen daarvan zouden zijn als een verwoestende aardbeving of als in de Bijbel, waar God uit het niets een nieuwe, prachtige wereld schiep. Zou het het paradijs of de hel worden?’
Vaak wordt gesproken over het uiteenvallen van het Sovjetrijk in 1991. Maar in het geval van de Baltische landen, die nooit bij de Sovjet-Unie wilden horen, kan er beter gesproken worden van het einde van een bezetting. Ze verloren hun onafhankelijkheid in 1939, toen in een geheimgehouden onderdeel van het Molotov-Ribbentroppact de Baltische landen aan Rusland toebedeeld werden. In 1941 volgden massadeportaties naar Siberië, wat generaties later nog steeds invloed heeft op het leven van mensen, zoals in Moedermelk te lezen is. Terwijl tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitsers in Nederland werden gezien als de vijand, werden ze in 1941 in Riga in eerste instantie door velen als bevrijders onthaald. Dit verklaart ook waarom veel Letten met de Duitsers meevochten: het was hun enige hoop hun eigen land weer terug te krijgen. Waar in Nederland de oorlog na vijf jaar eindigde, werd Letland na de Tweede Wereldoorlog opnieuw bezet door de Sovjet-Unie en ging de onderdrukking nog ruim vijfenveertig jaar door. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Letten, net als de Esten en Litouwers, in de Russische annexatie van de Krim in 2014 al snel de imperialistische dreiging van Poetin herkenden.
En voor wie het zich nog steeds afvraagt: de Letse taal is zeker niet een soort Russisch. De twee talen zijn zelfs geen onderdeel van dezelfde taalfamilie. Het Russisch is een Slavische taal, terwijl het Lets onder de Baltische talen valt, net als het Litouws. Lets wordt wereldwijd door slechts twee miljoen mensen gesproken. Een zeer select gezelschap dus, waar je door een Letse roman te lezen een klein beetje onderdeel van kunt worden.Moedermelk was dan wel de eerste direct uit het Lets naar het Nederlands vertaalde roman, maar ik ben er zeker van dat het niet de laatste zal zijn: er liggen nog vele onontdekte Letse parels te wachten op de Nederlandse lezer.